9 maart 2022

‘Nooit zong de merel zoals toen’

Geschreven door Frederiek Eggink

We leven de laatste twee weken op zijn minst gezegd in een wereldcrisis, een boze en wrede, grote buitenwereld en tegelijkertijd in een vredig, vriendelijk binnenwereldbestaan onder een stralende zon en korenblauwe hemel. Absurder kan het niet, zo lijkt het. Wij mensen van de 21e eeuw, wij kunnen er maar niet aan wennen en voelen ons…….. ja, wat voelen wij nou eigenlijk? Vervreemding? Gebeurt dit echt?

Zo ongeveer moet het geweest zijn voor ds. G.P. Klijn (1907-1970) en zijn goede vriend op een lentedag in de oorlog. Klijn was de oprichter van ‘de Open Deur’, het orgaan van een oecumenisch gerichte Evangelisatiebeweging van ca 1935-1970. Enige jaren na de oorlog schreef hij ‘Nooit zong de merel zoals toen’, het verhaal van een avond in het concentratiekamp Amersfoort, toen 4000 mannen drie uur lang gedwongen werden om op appel te staan. Het werd ook de titel van een klein boekje met artikelen van zijn hand, dat in mijn bezit is.

Nu die wereldcrisis zo (ogenschijnlijk) plotsklaps is uitgebroken moet ik daar weer aan denken: ‘Nooit zong de merel zoals toen’. Een merel zit dichtbij in een berk boven die mannen, met een prachtig lied een uur lang en daarbuiten die grote buitenwereld, angstaanjagend en boos, duister en vijandig. Die zingende merel is een troost voor hem en zijn vriend, een teken van Gods liefde voor deze schepping, ondanks alles.

En nu? Eerst twee coronajaren. Het begin: de wandelingen in schitterende lentedagen in absolute rust, het vermijden van andere mensen vanwege de boze buitenwereld ‘corona’. Toch kon je je soms nog een beetje gelukkig voelen daar in die natuur, waar alles op het punt stond uit te komen en te gaan bloeien. De zang van de vogels die je extra raakte.

En net nu we meenden wat vrijer en vrolijker ons te kunnen bewegen, nu dit. Het doet je beseffen hoe fragiel het mensenleven is, hoe geneigd tot goed en kwaad. Hoeveel waars de Bijbel bevat en dat dat een troost is en een leidraad kan zijn. Daar moeten we dan maar aan vasthouden, vertrouwend dat het uiteindelijk ten goede zal keren.

Die merel in kamp Amersfoort wist van geen ophouden:

‘Wie het niet doorzag, zou gaan vloeken om de waanzin van een vrije vogel, zingend boven gevangen mensen. Maar wie het verstond, hoorde de merel zingen van wat een klein vogelhart en een armzalig mensenhart te boven gaat’.

Kort gezegd: de liefde Gods voor deze wereld.

Schrijnend is de situatie deze dagen, zo zelfs dat je soms geen nieuws meer wilt volgen, het niet kan verdragen. Een remedie is er niet echt en niet gauw. Maar soms even zingt die merel zo mooi, dat je even wordt opgetild en toch weer hoop krijgt………..

Gerelateerd