25 april 2023

Niet slechts één Eva?

Geschreven door Marietje van Winter
Actueel Gerd Altmann Niet slechts één Eva?

Waar komen wij vandaan en waar woonde onze oermoeder Eva?

Volgens de gangbare opvatting stammen we af van een zwarte oermens Eva, wier nageslacht uit Afrika is gaan wandelen naar Azië en zich daar heeft vermengd met de daar levende aapachtige dieren en zo vroege vormen van Homo Sapiens heeft gegenereerd. Die hebben zich dan weer verder over de aarde verspreid, zodat tenslotte het hele mensdom van die zwarte Eva afstamde. Over de vele takken en zijtakken van die stamboom bestaat geen consensus, want zodra er weer ergens een onbekend botje of ander vreemd levensteken wordt opgegraven, ligt de hele stamboom overhoop. Er is dus best ruimte voor een nieuwe hypothese.

Meer oermoeders

Als ik gelijk heb met mijn hypothese dat het wezenlijk onderscheid van Homo Sapiens ten opzichte van de andere dieren zijn consumptie van drugs is, dus van plantjes met een geestverruimende werking, moet er op veel meer plaatsen op aarde sprake geweest zijn van een dergelijke Aha Erlebnis, die een soortgelijke ontwikkeling in gang heeft gezet. Want niet alleen in Afrika maar in een brede gordel met een tropisch en subtropisch klimaat rondom de wereldbol groeien dergelijke plantjes en kunnen aap-achtige dieren daarvan gesnoept hebben. Waarom zouden zij dan ook geen oermoeder Eva hebben voortgebracht?

Lichamelijk onderscheidt de mens zich blijkbaar niet alleen door de omvang van zijn hersens van de andere dieren, maar vooral door zijn hiel, waarmee hij/zij recht op kan staan en lopen op twee benen. Een wandeling van Afrika naar Azië is dus best mogelijk, maar helemaal niet noodzakelijk voor de verspreiding van vroege vormen van Homo Sapiens over de aardbol. Maar dat betekent ook dat er bij de ontwikkeling van het nageslacht van al die oermoeders biologische verschillen kunnen zijn ontstaan, waarbij huidskleur maar een secundaire factor is geweest. Bij generaties-lang verblijf in een tropisch klimaat past de huid zich vanzelf aan de zon aan en kleurt zich donker, terwijl omgekeerd het leven in een gematigde luchtstreek de huid op den duur blanker maakt. Genetisch gezien blijkt er weinig verschil in DNA te zijn tussen witte en zwarte mensen.

Rassen of volkeren?

Maar wat maakt mensen dan toch onderling zo verschillend? Er bestond al vanouds een pikorde onder de consumenten van de geestverruimende plantjes met een kaste van priesters en opperpriesters, heersers en onderdanen, een pikorde geërfd van de dieren. Dat moet samenhangen met verschil van talenten, ongeacht huidskleur, en ook verschil in de kansen om die talenten te ontwikkelen. Maar aangezien mensen net als dieren sociale wezens zijn, vormden zij vanouds stamverbanden op grond van hun afkomst van dezelfde voorouders. Die stammen konden al dan niet vreedzaam samengroeien tot een volk met eigen zeden en gewoonten en etnische kenmerken, zoals het Joodse volk, een bundeling van de twaalf stammen van Israël. Dit plant zich voort in de vrouwelijke lijn: kinderen van een Joodse moeder beschouwen zich als Joden, ongeacht hun geloof en ook ongeacht hun vaderlijke afkomst. Ze zijn er dan ook in elke huidskleur.

Vormen de Joden dan een ras? Nee, dat woord is niet op hen van toepassing. Rassen zijn producten van menselijke creativiteit, zoals het fokken van honden en paarden en het kweken van groenten en bloemen. Van het mensenras zou men alleen kunnen spreken vanuit een hoger standpunt, uitgaande van hogere wezens in de evolutie, die de menselijke soort zouden gaan bewerken. Genetische manipulatie van embryo’s zou in die richting kunnen gaan, maar het moet nog maar worden afgewacht of dit nieuwe ras levensvatbaar zou zijn.

Terreindrift

De mensensoort Homo Sapiens kent dus diverse stamverbanden, samengevoegd tot volkeren, maar geen rassen. Waarom dan toch rassenhaat? Komt dat door de mogelijkheid van diverse oermoeders overal ter aarde, die van verschillende plantjes hebben gegeten en daardoor mens zijn geworden? Bij mijn hypothese is dat mogelijk, al blijken de genetische verschillen tussen de volkeren en tussen de menselijke aardbewoners in het algemeen niet groot. Bovendien hebben volkeren zich vanouds altijd al vermengd met andere volkeren, zodat er geen redelijke grond is voor haat binnen en tussen volkeren, laat staan voor rassenhaat. Waarom dan toch vreemdelingenhaat? Het zal wel kunnen liggen aan onze van de dieren geërfde terreindrift, het bewaken van het eigen terrein tegen indringers, waardoor wij nu zoveel moeite hebben met immigranten.

Solidariteit

Maar wat doe je daartegen? Aangezien het geen kwestie is van redelijk nadenken maar van irrationele emotie, blijven wij er mee zitten. Wereldvrede? Ik geloof er niet in: wij zijn alleen maar één en verbonden tegenover een gemeenschappelijke tegenstander. Dat is ook de eigenlijke betekenis van solidariteit: samen sterk tegen de vijand, zoals nu samen met Oekraïne tegen Rusland. Valt de gemeenschappelijke tegenstander weg, dan valt ook onze saamhorigheid uiteen.

Dit is een sombere conclusie, die niet afhangt van de vraag of wij samen één oermoeder Eva hebben of meerdere over de hele wereld. Onze wereldwijde mobiliteit maakt wereldvrede juist tot een illusie, al kunnen we wel lokale en regionale successen boeken. Aan de andere kant is onze grote verscheidenheid ook een uitdaging voor het zoeken en begrijpen van de vreemdeling binnen onze grenzen.

Gerelateerd