6 februari 2016

Carnaval: Waat ein theater

Geschreven door Liesbeth Orthel

Wetste nog van toen

Ik denk dat ik een jaar of vijf was. Onze school in een nieuwbouwwijk was nog niet af, daarom werden we elke dag met een bus naar een locatie aan het andere eind van de stad gebracht. Op een dag kwam ik voor de bus en het was daar meteen al een dolle boel. Iedereen was verkleed. In de bus werd er vrolijk gezongen ‘glaasje op laat je rijden’ en ook ‘Mien waar is mijn feestneus’, toppers van toen. En natuurlijk vragen ‘waarom ben jij niet verkleed?’ Ik had geen idee waarom, maar ik herinner mij wel mijn ongemak en het nare gevoel er niet bij te horen.

De katholieke lagere school werd omgeruild voor een openbare school toen er meer keuze was in de wijk. In mijn herinnering kwam het carnaval niet over de drempel van deze school. Toen we door verhuizing op een andere openbare school kwamen veranderde dit weer. Inmiddels ouder, wisten we wat er gebeurde. Carnaval. De uitleg was kort en krachtig: nog één keer helemaal los voor de vasten begint. En ook dat begrepen we prima, want dat zagen we wekelijks: vrijdag visdag. Dus, alaaf, gaan met die banaan, stort je erin. Maar als je niet verkleed bent en daarover vooral vragen krijgt is het niet zo lekker hossen en uit je dak gaan.

Je begrijpt, het is nooit wat geworden met mij en carnaval. Het was een stom feest met lallende mensen die eigenlijk buitengewoon vervelend  waren als je er langs moest. Maar er gebeurden ook leuke dingen, zoiets als de metworstrennen, dat sprak toch tot de verbeelding en de optochten ook.

’t Moeiste waat d’r is

Pas in mijn studietijd zag ik een andere kant van carnaval. Een van de huisgenoten kwam uit Venlo. Als je hem hoorde praten over carnaval dan leek er iets héél bijzonders op stapel te staan. En hij deed daar uitgebreid verslag van. Het begon in november met de verkiezing van prins carnaval. Elk jaar werden er nieuwe liedjes geschreven en uitgekozen. Wekenlang was hij in overleg met de vriendengroep van school over de kostuums. Zij kozen elk jaar een thema en de hele groep kleedde zich op dit thema. Voor het eerst kon ik mij voorstellen dat het ook een bijzonder feest was waar je naar uit kon zien.

Natuurlijk wordt er veel gedronken en gezooid, maar die andere kant van er samen iets moois van willen maken is er ook. De lokale (lied)tradities, de kostuums, de optocht met praalwagens die een spiegel zijn van de actualiteit, er op ludieke wijze commentaar op geven, al dat werk en al die voorpret dat moet wel samenbinden. In feite is het feest het cement van de gemeenschap. En mocht er onenigheid of een richtingenstrijd ontstaan tijdens de voorbereidingen dan wordt die in ieder geval vergeten tijdens het feest zelf. Want dan laat je al je zorgen los, deel je alles met iedereen en vier je al dansend, zingend en pratend feest – Kump good!

Gerelateerd