Fijnzinnige humor en spiritualiteit
Geschreven door Claartje KruijffOp het toilet bij een van onze gemeenteleden las ik de Nun’s Prayer. Het gedicht paste goed bij de levenshouding van deze mooie vrouw bij wie ik op bezoek was. Bij haar uitvaart hebben we er een gedeelte van laten klinken. Zoekend op het internet vind ik de Nun’s Prayer terug op persoonlijke websites, maar ook op een managementsite. Het is onduidelijk waar het vandaan komt (waarschijnlijk uit Engeland uit de 17e eeuw), maar het wordt gedeeld vanwege de diepere wijsheid doorspekt met zelfkennis, zelfspot, humor en richtingwijzers. Ik deel hier enkele regels uit:
O God, help mij niet denken dat ik overal iets van moet zeggen – help me om me niet te bemoeien met het rechtzetten van andermans zaken. Het is wel zonde natuurlijk dat mijn opgebouwde, verzamelde wijsheid ongebruikt blijft – maar ik houd op het einde graag een paar vrienden over.
Leer mij de glorieuze les dat ik het misschien soms bij het verkeerde eind zal hebben. Zorg dat ik lief blijf, ik hoef geen heilige te zijn, die zijn ook zo onuitstaanbaar, maar zorg dat ik geen zuur en bitter type word, dat is het scheppende werk van de duivel.
Bevrijdende richtingwijzer
Geloof en religie worden vaak geassocieerd met ernst en ook – helaas – met dogmatisme en beperkte ademruimte. Terwijl humor oude papieren heeft.
In de Middeleeuwen kende men een heel bijzondere lach: de paaslach (risus paschalis). Dat was een uitbundige lach van het kerkvolk op de eerste of tweede Paasdag om wat er op de preekstoel of onder aan de trappen van het altaar werd gezegd. God had de duivel voor de gek gehouden door Jezus uit de dood op te wekken tot leven. De paaslach was een publieke gebeurtenis.
Cabaretier Herman Finkers noemt de functie van humor en religie in één adem. Hij benoemt de bevrijdende functie van humor én religie: “Als je diep over iets nadenkt, kom je altijd uit bij iets wat niet klopt. Probeer maar eens. Klopt altijd. Je komt altijd bij een tegenstrijdigheid uit. Dat is zo leuk aan humor en religie. Die heffen de tegenstrijdigheid op en dan kun je weer verder. Heb je de hele dag vrij.” Hij schrijft: ‘je komt altijd bij tegenstrijdigheid uit.’
Als je de lijn van Finkers doortrekt dan is het dus bevrijdend om niet alles te hoeven plaatsen of begrijpen. Humor en religie hebben we nodig om niet verkrampt te raken of zelfgenoegzaam. Mij dunkt in deze tijd een belangrijke richtingwijzer voor ons allemaal. We hebben zoveel vragen over zoveel grote onderwerpen. De makkelijkste oplossing is om alle tegenstrijdigheid op te heffen en die te pareren met waarheden en schijnzekerheden.
Prachtige combinatie
We hebben humor en religie nodig om op adem te komen, om opnieuw adem te halen. Om jezelf te toetsen en weer opnieuw af te stemmen. Om onze geesten te openen, om verruimd te worden en onszelf niet in te graven in een te beperkte mening of identiteit. Humor geeft ons de kans om te ontspannen en ruimte te maken. Om licht en vrijheid te brengen in de zwaarte. En wat is het heerlijk om samen te lachen, soms zelfs door de tranen heen. Samen lachen kan ons bovendien verbinden.
Met humor kunnen we bovendien onze grenzen verkennen. Oncomfortabele zaken bespreekbaar maken en aftasten. We kunnen op een ander been gezet worden en van perspectief wisselen. Geestig betekende in eerste aanleg fijnzinnig van geest, spiritueel. Geleidelijk heeft de combinatie van die fijnzinnigheid met humor meer accent gekregen. Geestig werd toen op een fijnzinnige manier humoristisch. Met nadruk op dat fijnzinnige, dat spirituele.
Wat een prachtige combinatie: fijnzinnige humor en spiritualiteit. Ik weet nooit zo goed wat we nu anno 2024 typisch remonstrants zouden noemen: zo verscheiden zijn de mensen die deel uitmaken van onze verschillende gemeenten. Maar het zou mij niet verbazen als velen van ons zouden beamen dat fijnzinnige humor in combinatie met spiritualiteit ons bindt en past.
Laat de Pinkstergeest maar waaien!