18 juli 2019

Fijne dag en Gods zegen!

Geschreven door Gerdienke Ubels
Voor elkaar Foto: Graceful Fijne dag en Gods zegen!

Ze kwam voor het Aidsfonds, of we mee wilden helpen om Aidsmedicijnen in Zimbabwe mogelijk te maken. Vierduizend kinderen wilden ze dit jaar bereiken. Ik kon haar vertellen dat we al jaren donateur zijn, en daar bedankte ze me direct hartelijk voor.

Nederlands was duidelijk niet haar moerstaal, en ik moest oprecht moeite doen om haar te verstaan en begrijpen soms. Stralend gezicht had ze, helemaal vriendelijk en bescheiden. Ze was het tuinpaadje op komen lopen terwijl ze vanaf de stoep al verlegen naar me gezwaaid had, omdat ze me zag zitten op de bank. Aanbellen deed ze toen niet meer, ze wachtte vertrouwelijk tot ik de deur open zou doen. Ik had haar immers al gezien, we waren al bekenden van elkaar geworden, ik wist dat ze op me wachtte, zij wist dat ik haar verwachtte.

Stralend

Ze straalde, toen ik de deur open deed. Dat ze kwam om de kinderen in Zimbabwe te helpen. Dat het zo belangrijk was, dat het vorig jaar gelukt was in Zuid Afrika. En nu dan Zimbabwe. Zo belangrijk.

Bij mij ving ze eigenlijk bot. Ze kon me niet nóg een keer als donateur noteren. En ze drong ook niet aan op een hoger bedrag, of een eenmalige gift, of andere extra’s. Ze vertelde alleen maar vol vuur van het werk wat ze deed, en dat het lukken ging. Omdat het zo belangrijk was.

Mij ontwapende ze volledig, verlegen en krachtig tegelijk als ze was. Ik voelde me aangesproken om me opnieuw te realiseren hoe belangrijk dat werk inderdaad is, en hoe concreet het is om dat met donaties te ondersteunen. Dat is geen ‘afkopen’ van betrokkenheid, dat is daadwerkelijk iets doen en bijdragen. Dat is deel uitmaken van een praktisch verband van mensen dat met een combinatie van geld, tijd, kennis, ervaring en liefde probeert om ergens iets ten goede te keren, voor 4000 kinderen een verschil te maken. Vorig jaar díe kinderen, nu deze, hierna weer andere.

Tuinpaadje

Bij het weggaan bedankte ze me voor m’n steun. Ik bedankte haar voor het goede werk dat ze deed, en wenste haar succes. “Nou, fijne dag en Gods zegen!” zei ze voor ze zich omdraaide en het tuinpaadje weer afliep. Nog nooit is me zo terloops, zo allesomvattend, zo vanzelfsprekend en zo overrompelend zomaar Gods zegen toegewenst. Zo maar, van nature, omdat we nu afscheid namen en we niet zouden weten hoe het verder zal gaan met ons allebei. Gods zegen! Op m’n dag, m’n huis, m’n leven, m’n weg.

Deze stralende zegenbede drong pas tot me door toen ze het tuinpaadje al bijna af was – zo onverwacht was het geweest om te horen. Pas toen ik het bandje in mijn hoofd terugdraaide hoorde ik echt wat ze gezegd had. ‘Ook voor jou Gods zegen!’ riep ik haar na, harder dan ik eigenlijk durfde, maar anders zou ze me niet verstaan. En het besmuikte gevoel waarmee dat gepaard ging (wat zouden de andere mensen op straat wel niet denken als ze me zo horen?!) maakte plaats voor een vrolijke lichtheid die ik niet vaak ken.

Gerelateerd