8 december 2017

Worstelen met de regels

Geschreven door Jurjen Helmus
Inspiratie Foto: Herbert Aust Worstelen met de regels

In mijn dagelijks leven werk ik als docent-onderzoeker aan de technische faculteit van de Hogeschool van Amsterdam. Dit werk lijkt ver af te staan van zingeving, maar dat is schijn. In dit blog neem ik jullie eerst mee in wat ik tegenkom in de praktijk van het onderwijs, vervolgens laat ik de keerzijde van de praktijk zien. Tot slot komt de kwinkslag, wellicht speelde het dilemma wat ik tegenkom ook al in Jezus’ tijd.

Van vak eigenaar naar vak verantwoordelijke

In de 7 jaar dat ik nu in het hoger onderwijs werk heb ik een transitie ervaren van persoonlijke professionaliteit naar institutionalisering. Nog niet zo lang geleden was een docent een vak eigenaar. Hij had de professionele vrijheid om zijn vak naar eigen inzicht en geweten inhoudelijk te vullen  én te toetsen. Bijkomend voordeel: de docent kan zijn vak zo nodig afstemmen op de individuele behoefte van een student. De keerzijde was dat deze vrijheid ook leidde tot ongewenste situaties, zoals vakken die inhoudelijk zwak waren of oneigenlijke slagingspercentages (~100%). Dit heeft geleid tot bijvoorbeeld de IN-Holland affaires die iedereen wel kent.

De laatste jaren worden we geregeerd door het OER (Onderwijs en Examen Reglement) leiden. Hierin staat precies omschreven wat studenten mogen verwachten van de opleiding, en waaraan docent en student zich moeten houden. Onderwijskwaliteit is gereduceerd tot ‘hoe goed houd je je aan de spelregels’. Dit leidt tot rare uitwassen. Een introductieweek waarin studenten top-bedrijven ontmoeten,  voordat het schooljaar begint – dus in de vrije tijd van docent én student – mag niet meer omdat het OER hier geen kaders voor biedt.

Oók de uitzonderingen op de regel staan gedocumenteerd. Studenten die vanwege persoonlijke omstandigheden niet goed mee komen kunnen naar de decaan gaan. De decaan kan hun een BO (Bijzondere Omstandigheid) toekennen waardoor zij gevrijwaard worden van onderdelen van het OER.

Het bijzondere is dat iedereen – student, docent en diensten – zich naar ‘het systeem’ gaat gedragen.

Vak verantwoordelijk met menselijke maat

Het studiejaar 2017-2018 is net een paar weken begonnen. Dagelijks ontmoet ik 140 studenten. Al in de eerste week heb ik 7 studenten die niet goed mee kunnen vanwege ingewikkelde privéomstandigheden. Nu zou je als docent kunnen doen wat het systeem verlangt: doorverwijzen naar het loket van de decaan, maar gelukkig leeft de menselijke maat bij de vak professional. Mijn onderwijsteam meent dat studenten er niet zijn voor het systeem, maar andersom. Bij ons kunnen studenten een persoonlijk programma op maat bespreken, waarin zij zelf aangeven wat in hun situatie haalbaar lijkt. Deadlines worden opgerekt, colleges worden één op één met kopjes koffie ingehaald, studenten die in het buitenland studeren krijgen een onderwijsprogramma dat thuis-haalbaar is. De meeste studenten zijn dankbaar voor deze persoonlijke benadering en onze flexibiliteit, afgestemd op hun bijzondere situatie.

Jezus als vak eigenaar van het vak levenskunst

Door deze ervaringen op mijn werk vraag ik mij soms af of het zoeken naar balans tussen regels en persoonlijke invulling niet al heel oud is. Was Jezus misschien een vak eigenaar van het vak levenskunst? Is de levenskunst die Jezus ons leert in de kern wellicht, dat in het afwijken van het OER de kracht van het menszijn naar boven komt?

Tegelijkertijd heb ik ook compassie voor de Farizeeërs: immers als er kwaliteit van leven gemeten moet worden, hoe doe je dat dan? Ik stel mij voor dat zij dat deden door je langs de meetlat van de wetten van de Heer te leggen. Ik kan me ook voorstellen dat dit stringente meten voor zowel de meters als de gemetenen zekerheid geeft, net zoals we in het onderwijs ook zoeken naar zekerheid van kwaliteit.

Ik zie Jezus als vak fanaat die met compassie voor zijn leerlingen buiten de lijntjes kleurt. Dat geeft mij de inspiratie om binnen mijn werkomgeving meer belang te hechten aan de behoefte van diegene die ik tegenover me heb dan aan de regels. Uiteindelijk zijn docenten (is het onderwijs) er voor studenten en niet andersom. Zou dat voor het gedachtegoed van Jezus ook gelden? Het is er voor ons en niet andersom?

Herken je mijn worsteling met de regels? Ik er ben benieuwd naar.

 

Gerelateerd