‘Storm’ over de Geertekerk
Geschreven door Frederiek EgginkTijdens onze vakantie waren we op zoek naar de geschiedenis en de taal van Vlaanderen. Zo belandden we in Steenvoorde (nu het uiterste puntje van Noord-Frankrijk). Hier vernamen we dat ooit de Beeldenstorm daar begonnen was op 10 augustus 1566. Hoedenmaker Sebastiaan Matte hield toen even buiten de stad een vlammende hagenpreek tegen de heiligenverering en tegen de hypocrisie en de inhaligheid van de katholieke kerk. De St Laurenskapel werd geplunderd. Een Mariabeeld en een klokje waren de enige overblijfselen.
Die Beeldenstorm sloeg al spoedig over naar andere steden: Ieper, Doornik, Gent, Mechelen, Antwerpen en al spoedig ook naar de Noordelijke Nederlanden. Geen grotere stad werd gespaard. De onrust heerste overal, zo ook in Utrecht.
Een van de eerste kerken die getroffen werd was onze Geertekerk. Deze lag wat buiten het centrum tussen de bomen aan de stadswallen, een beetje aan het oog onttrokken van de magistraat en daarom heel geschikt om redelijk ongezien binnen te komen. Dichtbij in de buurt woonden de ambachtslieden van de verschillende gilden zoals het Bijlhouwersgilde. Juist die ambachtslieden samen met wat dissidente edelen hingen de ‘nije leer’ aan. Voor alles wilden ze een eigen kerk om daar hun eigen geloof te kunnen belijden.
H.J. van Lummel
Over deze Beeldenstorm in Utrecht is een onderhoudend jeugdboek geschreven door H.J. van Lummel (1815-1877), hoofdonderwijzer van de protestants-christelijke school die aan de Springweg 89 lag in de 19e eeuw ( nu een Grieks-orthodoxe kerk). Van Lummel was een begeesterd man, die geloofde in aanschouwelijk onderwijs en niet onverdienstelijk kon tekenen. Hij werd o.a. bekend om zijn schoolplaten. De foto hierboven is uit zijn boek.
Hij vertelde in ‘de Bijlhouwer van Utrecht’ (1871) over koster Gerrit Hoen die op de dag van de heilige Bartolomeus, 24 augustus 1566, zijn kerk en beelden nog eens mooi had opgepoetst en een kostelijke lofrede uitsprak. De kerk moet er toen toch wel heel anders uitgezien hebben. Van Lummel is er de man niet naar om louter fictie te bedrijven, hij heeft ongetwijfeld zijn bronnen gehad waar hij deze beschrijving op baseerde:
Zie eens, hoe fraai dat kleed van onze Lieve Vrouwe is uitgevallen. Dat wit met die gulden looverkens en die krans van roosjes om het hoofd; ….en Sinte-Geertruid, daar boven ’t altaar, nog nooit was haar blauw zijden kleed zoo netjes geplooid als thans. En die altaarkleeden, hoe frisch en rein zien ze er uit, ‘t is alsof ze gisteren nieuw geweest zijn. En St Peter, daar in de nis bij de deur, is nog nooit zo blank geweest, als nu, maar ik heb het ook met helder kalkwater afgeschuierd’……………….
Ook waren er geschilderde ruiten, aan de rechterzijde van het altaar door de koster met ‘zeepwater’ afgenomen, waardoor je extra goed het fraaie wapen van koning Philips en zijn gemalin Maria kon zien: “wat blinken die gouden ketens, die er om geschilderd zijn en wat een gloed heeft het azuur en het purper van het wapen gekregen”.
In de middag werd de kerk bestormd door een groep ambachtslieden die die ochtend buiten achter de Abstederdijk een ‘aanmoedigende’ preek van een Antwerpenaar hadden gehoord tegen de Heiligen- en Mariadienst. Met daden wilden ze hun ‘beeldenhaat’ botvieren. Na enige pinten gingen ze door de Tolsteegpoort buitenom op de Geertekerk aan. De beelden werden onthoofd en kapot gegooid, het altaar ontmanteld. ‘De schilderijen aan de muur werden met lange stokken al hangende verscheurd’. ‘Onder ’t zingen van psalmverzen en het bespotten der heiligen vorderde het vernielingswerk in ongelooflijk korte tijd’. Zie daar de eerste ‘storm’ over de Geertekerk, die echter nog tot ca 1580 parochiekerk bleef. De strijd was nog lang niet gestreden.
20e eeuw
Het gebouw werd nog eeuwenlang voor van alles gebruikt, zwaargehavend, tot ze in een ruïne eindigde omstreeks 1930. Niet voor niets werd ze jarenlang de ‘onaanzienlijkste’ kerk van de stad genoemd. Alles wat er nog was werd toen uit de kerk gehaald en weggegeven.
Op 1 december 1956 luidden na een grondige restauratie de klokken weer toen de Geertekerk door de Remonstranten werd ingewijd, een vreugdevol en dankbaar moment.
Misschien dat u nu met andere ogen de Geertekerk binnengaat: een verleden, ten goede en ten kwade…