24 april 2017

Ode aan de ontmoeting

Geschreven door Florus Kruyne
Inspiratie Foto: Skeeze Ode aan de ontmoeting

Pasen is nog niet meteen voorbij en suddert nog een poosje door, ook in de christelijke traditie, zelfs tot aan Pinksteren. In het Paasverhaal (Johannes 20) wordt de ontmoeting tussen Jezus en Maria feilloos beschreven. Eigenlijk is dit de ontmoeting in de ware zin. Ze ziet Jezus nog niet écht. En dan is er iets, een gebaar, een blik, een woord waardoor het hart openspringt en ontmoeting gebeurt.

Iedereen begrijpt het

Alle ontmoetingen in de ware zin, kan ik me nog precies herinneren. En het zou me niet verbazen als dat bij u ook het geval is.

Vaak begint het met een blik en er is geen reserve meer. Er zit niets tussen. Het hart wordt geraakt en er is ontroering. Er is verbinding met de ander en het eigen hart. Er is haast geen jij en ik meer. Het is nog lastig om het onder woorden te brengen, maar iedereen begrijpt het.

Je blijft niet steken bij de buitenkant waarin we langs elkaar heen gaan. Overigens is het prima als we langs elkaar heen gaan. Je moet er niet aan denken dat elk passeren van een ander de kwaliteit van ontmoeting krijgt. We kunnen elkaar in veel gevallen gewoon netjes laten passeren.

Beslissend

Ontmoeten is beslissend, in een mensenleven en ook in de politiek. Waar politici, bestuurders en aanverwanten zich laten ontmoeten gebeuren er mooie dingen. Als de pantsers van belangen en ego ergens doordringbaar worden, al is het maar even. Ja, het voortbestaan van de mensheid en onze aarde hangt af en aan elkaar van ontmoeting.

Hert

En dan de ontmoeting met andere levende wezens. Ik bedoel geen Ufo’s. Maar die met een hert (ree) bijvoorbeeld. Herten en mensen zoeken elkaar niet van nature op, dus gebeurt het wanneer  je onverhoeds op elkaars pad komt, zoals bij tegenwind. Ze blijft staan en kijkt je met die grote hertenogen aan, een paar momenten en dan neemt ze de benen. Oda Swagemakers, Benedictines, die haar bundel  ’50 verzen’ heeft nagelaten beschrijft het zo:

‘En hier, opeens, staat Gij
vlak tegenover mij:
een hert.

Hier staan wij,
roerloos staan wij,
oog in oog
met elkaar.

Een rilling maar…
Gij zijt
voorbij.

o Hert,
o Zon,
o ogenblik.’

Het is niet zonder reden dat ‘hert’ en ‘hart’ zo op elkaar lijken. Kom, laten we elkaar ontmoeten, en ons láten ontmoeten. Het is het mooiste wat er is!

Over Florus Kruyne

Florus Kruyne

Florus is emeritus-predikant van de Geertekerk

Gerelateerd