Mijn God laat zich niet kennen
Geschreven door Tom Harkema‘Beste tekst tot nu toe. Voor twijfelende doordenkers’. Schreef Susien Lenselink op de Facebookpagina van de Remonstranten. Ik ben het daar hartgrondig mee eens. Diverse mensen reageerden overigens negatief op deze uiting in de nieuwe campagne van de Remonstranten en dat is ook prima. ‘Kennen de Remonstranten God niet? Wat jammer!’, zo reageren ze. Maar voor mij als zoeker, twijfelaar en niet-weter zorgt het af en toe voor betovering, magie.
God laat zich niet kennen, gelukkig zeg, we mogen alle etiketjes en zelfbedachte beelden weggooien. Die van onszelf en vooral die van anderen. Dat het geen man met baard op een witte wolk is, weten we hopelijk allemaal. Dat het zeer de vraag is of er aan de andere kant van de lijn ‘iemand’ is die luistert naar ons gekrioel en gemier. Dat we misschien zelf een god in het diepst van onze gedachten zijn, zou ik ook niet weten. Wel een aantrekkelijk idee, trouwens.
God is een mysterie
Nee, voor mij zit het mysterie juist in het niet-kennen. Zodra er een fysiek bewijs zou zijn, ben ik weg. Zo vaak geloof ik niet in God en dat vindt het opperwezen hopelijk niet erg. Enige ironie zal hem/haar/het niet vreemd zijn. Want ik houd zelf erg van relativeren en milde spot. Dat houdt me vaak op de been als mijn leven niet loopt, zoals het volgens mij zou moeten lopen. Want ik houd ook graag de controle. En controle houden, dat is misschien precies wat je niet moet doen met God. Geef je over aan wat er gebeurt en maak wat van je leven. Heel af en toe denk je dan God tegen te komen. Bij het voetbal, als je een goddelijke actie van Messi ziet. Of op Vlieland, dat heerlijke kleine eiland, waar net zoveel zandkorrels zijn als sterren aan de hemel. In die gevallen is God gelijk aan genieten.
Of in ‘Kom hier dat ik u kus’, dat ontroerende boek van de Vlaamse Griet op de Beeck, waarin verteld wordt hoe mensen gevangen kunnen zitten in de opvoeding die ze kregen, maar er achter komen dat hun ouders op hun beurt ook gevangen zaten. Dan is God nadenken of misschien zelfs in actie komen, als je reflecteert op de opvoeding van je eigen kinderen. God is de hoofdpersoon in een sprookje, waarin je aan de haal mag gaan met je eigen verbeelding en gedachten. Sprookjes bestaan niet, zeg je? Misschien niet, misschien wel. En als ik het fout heb, laat God zich echt niet kennen, hoor. Zij kan tegen een stootje.