20 januari 2021

Lichaam

Geschreven door Florus Kruyne

Wanneer je bang bent, wat helpt je dan?

Dat er iemand anders fysiek bij je is of in de buurt. Dat je niet alleen bent. Alleen al dat je iemands gestommel of gekuch hoort kan je geruststellen. Juist in deze periode van een traag wegebbende pandemie, word ik me opnieuw bewust van de unieke betekenis van ons lichaam. Het is overduidelijk én het is subtiel. Oppervlakkig gezien lijkt het niet zoveel verschil te maken, elkaar zien op het scherm of in levende lijve. Maar hoe komt het toch dat je levendiger uit een ontmoeting in het echt komt, minder moe, meer voldaan en zelfs verfrist dan uit een schermcontact? Ons lichaam is zo vanzelfsprekend aanwezig dat je de waarde misschien pas voelt als het lichaam ineens virtueel wordt, ontbreekt.

Vrachtwagen

Dan, op een goede dag, zie je elkaar weer voor het eerst in het echt. Even is het alsof je terugvalt in een oud “gewoon”. Maar het is niet gewoon. Je kijkt opnieuw. Je ziet de ander als een geheel, met houding, oogopslag, voorkomen, uitstraling en klank van de stem. En we zien niet alleen, maar ongemerkt staan er allerlei voelsprieten aan. En dan hebben we het nog niet eens over de aanraking.

Ons lichaam is eigenlijk een gevoelig en wonderbaarlijk fenomeen. Ik hoor een rooms katholiek geestelijke vertellen in een boek: “Ik kom uit een arm, blank gezin (VS) waar werd gedronken en het leven zwaar was, waar de mannen hun lichaam behandelden als een vrachtwagen die je gebruikte en verder negeerde..”. Hij wordt er zich van bewust hoeveel geweld mensen in zo’n cultuur zichzelf en hun lichaam aandoen. Hij zegt tenslotte: “Ik zwoer gewelddadigheid af en sloot mijn lichaam daarbij in.” Onze cultuur heeft ook wel iets van dat rigide omgaan met het lichaam. Misschien beschouwen we ons lichaam dan niet als een vrachtwagen maar dan toch wel als een autootje dat het gewoon moet doen. En als er iets hapert ga je naar de garage, naar de dokter die je lichaam weer oplapt.

Kostbaar

Even verderop in datzelfde boek lees ik van een Tibetaans geestelijke die zegt: “Dit menselijk lichaam is kostbaarder dan het zeldzaamste juweel. Koester uw lichaam; het is alleen dit keer van u – een wonder van schoonheid dat onbestendig is.”

In de joodse traditie, zeker in de Chassidische is er een besef van heiligheid van ons lichaam. En in de Christelijke traditie treffen we een bijzondere uitspraak aan dat ons lichaam ‘een tempel van de Heilige Geest’ is (1 Korintiërs 6:19).

Ons lichaam is iets wonderbaarlijks en drager, óverdrager van vitaliteit, subtiele energieën en nog veel meer. ‘Wonen in je lichaam’ zie ik als een passend antwoord. Daar zit een besef van waarde en een eerbewijs aan het lichaam in, om niet te zeggen aan onze Schepper. Of het nu gaaf is of aangedaan – aan dat laatste ontkomt niemand – ook dán is ons lichaam kostbaar.

Anker

Wonen en leren wonen in je lichaam, want het gaat niet altijd vanzelf. Als het zeer doet of van slag is. Als we helemaal opgaan in onze gedachten die alle kanten uitgaan. Dan zijn we overal en nergens. We komen pas weer ergens als we terugkeren bij besef van lichaam, voelen dat je zit, loopt, ademt.

Er gaat niets boven fysieke nabijheid waarin alle zintuigen meedoen, ook het 6e tot en met het 9e bij wijze van spreken. Wanneer je bang bent of op je sterfbed ligt, dan wil je dat de ander echt, fysiek bij je is. Dan word je rustiger, dan is het te doen. Niets in de wereld kan onze lichamelijke nabijheid vervangen. Ja, ook de fysieke afwezigheid – de geliefde loopt even weg – laat de beslissende invloed zien van ons lichaam. Je fysieke afwezigheid kan het juist voor de stervende mogelijk maken om los te komen. Het zegt iets over de verbindende en verankerende invloed van onze lichamelijke presentie. Wanneer iemand zijn ankers aan het losgooien is, moet je soms even weg zijn.

Lichamelijke opstanding

Ik snap iets beter waarom in sommige kringen er zo’n waarde gehecht wordt aan de lichamelijke opstanding van Jezus. Ik hoor het mijn toenmalige Hervormde collega van de Gereformeerde Bondmodaliteit nog zeggen: “U gelooft toch wel in de lichamelijke opstanding?! Dat accent op het lichamelijke verwijst, begrijp ik nu, naar de volledigheid van Jezus’ aanwezigheid zoals ervaren door de getuigen.

Ik ben blij als ik op huisbezoek ga en mensen van de gemeente weer in levende lijve ontmoet. Dat heeft wel een vleugje van die lichamelijk opstanding!

Over Florus Kruyne

Florus Kruyne

Florus is emeritus-predikant van de Geertekerk

Gerelateerd