30 september 2021

Later als ik dood ben

Geschreven door Jorn den Hertog

“De vraag is niet of je doodgaat, de vraag is of je écht leeft,” las ik laatst in neongroene letters op de Facebookpagina van een discotheek. Het is waar. De dood is een gegeven. Het besef van onze sterfelijkheid kan de waarde van het leven vergoten. Dat is de reden dat we met De Leven een avond willen stilstaan bij de dood, en daarmee bij het leven. “Gezellig thema hebben jullie gekozen met De Leven… Waarom gaat De Leven over de dood?!” zei een vriend van me die ik enthousiast vertelde over de plannen voor deze ‘Later als ik dood ben’-avond op 19 november in de Geertekerk. Hij fronste zijn wenkbrauwen, maar als je er even bij stilstaat, is het zo gek toch niet.

De dood zet mij midden in het leven

Want: dood gaan we allemaal. Hoe hard we ook ons best doen het te ontkennen: van leven gaan we dood. Nadenken over het einde nodigt uit om in het nu te leven. Los te laten. Om open te staan en in dankbaarheid het leven te omarmen. Niet perse op de André Hazes-manier, maar op een diepere manier, in eerbied voor het leven. Bij De Leven willen we ‘het goede gesprek voeren’, en ja – die gesprekken gaan ook vaak over de eindigheid van het leven. Soms leegte, soms hoop. Ik geloof dat het van levensbelang is om af en toe te praten over de dood. Juist omdat jonge mensen zo opgeslokt worden in de waan van alledag, helemaal nu er weer steeds meer ‘mag’ en opengaat, ligt het risico op de loer dat we weer worden overspoeld met (sociale)verplichtingen en reistijd.

Onze aartsvijand

Het is soms lastig om het leven in een helder en nuchter perspectief te zien. Gelukkig is daar dan de dood: de aartsvijand die ons wakker schudt en ons met de neus op de feiten drukt. Volgens mij kan mijmeren over de dood zelfs ruimte scheppen voor verwondering en dankbaarheid. De dood zet mij stil, doet mij beseffen hoe kwetsbaar én wonderlijk het leven is. Wat een cadeau dat er adem is, dat ik leef. Ik sluit af met een gedeelte van de monnik Thomas Merton waarin de uitnodiging om midden in het leven te gaan staan, centraal staat:

Om half drie ’s morgens – het eerste getjirp van de vogels die wakker worden – het point vierge (maagdelijke moment) van de dageraad, een moment van ontzag en onuitsprekelijke onschuld, als de Vader in stilte hun ogen opent en zij tot Hem spreken, zich afvragend of het tijd is om te ‘zijn’? En Hij zegt hun: ‘Ja’. Mijn haren rijzen te berge en de ogen van mijn ziel zijn wijd open, ik ben aanwezig, zonder het te beseffen, in dit onuitsprekelijke paradijs, en ik neem dit geheim waar, dit wijd open geheim dat er voor iedereen is, gratis, en niemand schenkt er aandacht aan.

(uit: Turning Towards the World. The Pivotal Years. Vol. 4.)

Benieuwd naar een confronterende, maar ook ontnuchterende avond over de dood? Kom dan naar ‘Later als ik dood ben’, op 19 november om 21.00 uur! De vriend uit de eerste alinea komt ook.

Over Jorn den Hertog

Jorn den Hertog

Jorn werkt als studentenpastor in Utrecht bij het Interkerkelijk Platform Studentenpastoraat - IPSU. Hij studeert aan het Remonstrants Seminarium en is bezig met een master theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Gerelateerd