Kiezels in het water
Geschreven door J de VriesZiek
Je bent 34 en kunt het werk dat je deed niet langer doen. Wat dan?
Vijftien jaar geleden werd ik ziek. Het was onduidelijk of er ooit een moment zou komen waarop ik weer zou kunnen werken. Ik vond dat moeilijk. Werk en studie waren altijd belangrijk voor me geweest—niet alleen om de inhoud, maar ook omdat het een groot deel van mijn identiteit vormde. Wanneer je iemand voor het eerst ontmoet, is een van de eerste vragen vaak: “Wat doe je?” Ik had daar geen goed antwoord op. Vaak wilde ik er niet eens over praten.
Kiezels
Inmiddels ben ik hersteld en weer volop in het werkende en studerende leven. Ik studeer geestelijke verzorging en reflecteer daarbij op mijn eigen levensweg. Als ik terugkijk op die moeilijke jaren, vraag ik me af: waar haalde ik destijds zin uit? Naast mijn gezin en wat andere zaken, kwam ik uit op een verrassend eenvoudig beeld: kiezels in het water gooien.
Ik heb in die tijd geleerd dat, als je weinig kunt, je toch moet blijven doen. Hoe klein ook. Ook als je niet weet of het ergens toe zal leiden. In een periode waarin ik soms veertien uur per dag sliep door bijwerkingen van medicijnen, trakteerde ik de buren op pompoensoep, schreef ik een kinderboekje voor de verjaardag van mijn dochter of volgde ik een workshop—Wat dan ook binnen mijn energieniveau zou passen.
Beeldend gezegd: ik gooide kiezels in het water. En als je kiezels in het water gooit, ontstaan er kringen. Die kringen zorgen voor beweging, nieuwe kansen en onverwachte ontmoetingen. Zelfs als je dat op dat moment niet ziet. Zo gaf ik een paar jaar nadat ik de eerste schrijfworkshop vólgde, zélf mijn eerste schrijfworkshop.
Rimpelingen
Achteraf klinkt het eenvoudig. “Gooi gewoon wat kiezels in het water als je op zoek bent naar zin.” Maar zo voelde het niet. Als je er middenin zit, overzie je het niet. Ik werd zelfs kwaad wanneer begeleiders me aanraadden ‘gewoon te doen wat ik leuk vond’. Doelgericht en ambitieus als ik altijd was geweest, klonk dat als een hol advies.
En toch… als ik nu terugkijk, zie ik dat het werkte. Niet in de vorm van een kant-en-klaar plan, maar door die kleine handelingen, die beweging, ontstonden nieuwe mogelijkheden. Soms merk je pas achteraf dat de rimpelingen in het water je langzaam weer naar de overkant hebben gebracht.