2 oktober 2019

Hond

Geschreven door Ineke Ludikhuize

Deze zomer had ik ineens een hond te logeren. Waar sociale media al niet goed voor zijn. Een twittervriend vroeg oppas voor zijn hond en zo kwam zijn terriër Toby in mijn leven. Ik reageer vaker op oproepjes van twittervrienden. De ene keer heb ik een student te eten die door z’n stufi heen is. Een volgende keer schrijf (en ontvang!) ik handgeschreven brieven. Weer een andere keer stuur ik iemand een kaart. Nu had ik dus een logé die een paar keer per dag naar buiten moest.

Wandelend met een hond maak je nieuwe vrienden. Ik kletste heel wat af op een gemiddelde dag, vaak in het Engels, want bij mij in de buurt wonen veel expats.

Een stel jonge Amerikanen had drie (!) honden meegenomen uit de VS. Ze waren voor haar werk naar Nederland gekomen. Ze vonden het grappig dat mijn zoon en zijn vrouw verhuisd waren naar de VS, ook voor háár werk.

Kinderen wilden weten of ze de hond mochten aaien, hoe hij heette, of hij ook zo graag ijs lustte en nog veel meer.

Een groep op bedrijfsuitje was een moord aan het oplossen en wilde weten of Toby – die met een grote stok in de bek vervaarlijk liep te grommen – het moordwapen was. Ja, je krijgt een hoop onverwachte gesprekken.

Het handige van zo’n logé is dat je een onverbiddelijk dagritme krijgt. Je kunt niet te lang uitslapen, je moet naar buiten (weer of geen weer) en je kunt niet onverwacht lang van huis zijn. Het is voor een zzp’er als ik een zegen.

Nee, ik wil nog steeds geen hond als vaste huisgenoot, maar zo af en toe mag Toby hier logeren en dan leert hij me weer hoe fijn het is om een min of meer vast dagritme te hebben.

Gerelateerd