4 oktober 2018

Geborneerde visie

Geschreven door Marie Anne Dekker

 

Al jaren ligt er bij ons een opengeslagen boek op de piano. Een boek met prachtige foto’s en boeddhistische teksten. Voor elke dag is er een tekst en een foto. Dagelijks slaan we een bladzij om en na een jaar beginnen we weer van voor af aan. Soms blijft een tekst haken in m’n hoofd, soms spreekt een foto me aan.

Scheefgetrokken

Een paar dagen geleden trof de volgende tekst me:

“In de vallei hebben we enkele vrienden die we beminnen en enkele vijanden die we haten, alle anderen laten we links liggen. Zo’n scheefgetrokken en geborneerde visie op mensen is de blijvende oorzaak van gehechtheid en agressiviteit.” (Dilgo Khyentse Rinpoche)

Er staat een foto bij van twee grazende ezeltjes in een vallei met bergen eromheen. De ezeltjes lijken druk met het zoeken naar gras en staan van elkaar afgewend. De foto ontlokt een glimlach bij me: malle dieren, waarom niet gezellig sámen grazen, denk ik. Maar als ik de tekst erbij gelezen heb, bedenk ik met een schok dat mensen precies hetzelfde doen. Jij bent leuk en jij niet en de rest zal me worst wezen. Ik wil wél iets met jou, ik wil helemaal niks met jou en al die andere koppen op straat, daar kíjk ik niet eens naar. Zoiets. Ik voel direct hoe hiermee een grote hoeveelheid ‘gehechtheid en agressie’ ontstaat.

Niet-zo-geliefden

Dan kijk ik naar m’n eigen omgeving. Familie, vrienden, kennissen. Hoe zwart/wit verdeel ik die mensen? Beminnen, haten of gewoon negeren? Enne… delen zij mij ook in?

Gisteren was ik een dag op pad met een niet zo makkelijk familielid. Ik vraag me af: in welk vakje stop ik haar? Gaandeweg de dag verschuif ik haar meer en meer naar de niet-zo-geliefden en ik voel de werkelijke connectie met haar verdwijnen. Die komt ook niet meer terug omdat er van alles ‘op slot’ gaat bij mij. Daardoor ook besteed ik onderweg geen enkele aandacht aan al die onbekende medereizigers die anders nog wel eens een glimlach of een stille wens van me krijgen.

Thuisgekomen neem ik de dag nog eens door en hoe het ging met dat familielid. Haar in gedachten terugplaatsen in het groepje ‘beminden’ helpt ook niet, merk ik op. Dat is te lachwekkend, dat lijkt teveel op die twee boze ezeltjes in de vallei. Ik vermoed dat er meer werk aan de winkel is: werken aan die malle visie van beminnen-haten-links laten liggen. Dáár komt de gehechtheid en de agressie vandaan. Ik heb dus nog wat te oefenen.

Gerelateerd