Een eerlijke adventstijd
Geschreven door Jorn den HertogZo lang ik mij kan herinneren is december, elk jaar weer, een echte feestmaand. De verschillende feestdagen, de warmte, het delen, gezelligheid en zélfs de kitscherige versieringen in de winkelstraten – ik hou ervan!
Maar, dit jaar voelt het anders. Het lijkt alsof de rauwheid van het leven mij inhaalt, misschien herkent u het. Er is oorlog, er is armoede om ons heen, er is eenzaamheid en veel mensen zitten er juist níet warm bij dit jaar. De wereld om ons heen is onrustig en lijkt de vrede maar niet te kunnen vinden.
En toch… de feestdagen komen eraan. We leven toe naar het feest van kerst. Dit zette mij aan het denken: hoe kunnen we vormgeven aan het ‘uitzien naar Christus’, zonder daarmee de realiteit van vandaag uit het oog te verliezen? Speelt het kerstverhaal zich af op drukke, felverlichte winkelstraten en tijdens een te-mooi-om-waar-te-zijn kerstdiner? Of is het verhaal van de geboorte van God-met-ons juist doordrongen van wereldse onrust, ongemak, politieke dreiging en hopen tegen beter weten in? Laat kerst ons niet de harde realiteit van het leven zien – en hoe daar steeds een ‘en toch…’ wordt gefluisterd? Is deze onrust, het kwetsbare en de paradox niet juist de plek waarin de Eeuwige inbreekt? De plek waar de Eeuwige haar thuis maakt en zich geboren laat worden als mens?
Laatst heb ik het boekje ‘Honest Advent’ van Amerikaanse illustrator Scott Erickson gelezen. Erickson beschrijft een soortgelijke zoektocht: hoe komt het dat kerst en advent in onze tijd vaak bedekt zijn met een dikke, mierzoete suikerlaag? Hebben we het kerstverhaal niet te veel geromantiseerd, te veel ‘Hollywood’? Een aantal jaar geleden is hij op zoek gegaan naar een eigentijdse, rauwe en doorleefde manier om advent en kerst te benaderen – met hierin ruimte voor de paradoxen, voor het tegendraadse én de verwondering in de menswording van de Eeuwige. Aan de hand van 25 illustraties en bijpassende teksten om op te mediteren laat Erickson de lezers kennismaken met een ‘eerlijke advent’.
Misschien mag er in deze periode van advent wat meer ruimte zijn voor het ongemak, voor de pijn van de wereld, elkaar en onszelf. Dit is kwetsbaar en ongemakkelijk, maar dat is misschien juist de plek waar we moeten zijn. Kan ons hart de ruimte krijgen om te groeien, ruimer te worden – ook als dit ongemakkelijk is?
Het kerstverhaal laat zien dat er, ook op de meest onwaarschijnlijke plekken – zoals een kleine stal – een nieuw begin mogelijk is. Er is hoop verborgen, middenin de chaos. De Eeuwige gaat het ongemak niet uit te weg, maar blijft aanwezig en Ze laat zich leiden door trouwe liefde. In de donkerste nacht is (soms verborgen) hoop aanwezig. Midden in de groeipijn, in het verwachten, uithouden en uitzien, is er ruimte voor ‘en toch…’. En deze twee woorden mogen stamelend en onzeker gesproken worden.
Het is mijn wens voor ons allemaal om deze feestdagen de moed te hebben om temidden van al het ‘vieren’ ruimte te scheppen voor rauwheid, echtheid en ontluikende Liefde dichtbij. God werd mens en nodigt ons uit om ook steeds meer mens te worden. Dat het mag raken.