16 november 2023

Blauwbaard

Geschreven door Jan van Aller

Laatst kwam ik op een gang in een politiebureau ‘ergens in Nederland’ een deur met een intrigerend opschrift tegen: ‘Verboden plaats’ – dikgedrukt en onderstreept , met daaronder de forse straffen die staan op het ongeoorloofd naar binnengaan. 

Ik weet niet hoe voor u is, maar bij mijzelf ontstaat dan meteen een bijna onbedwingbare nieuwsgierigheid om even om de hoek van zo’n deur te kijken…Wat zou zich daar dan bevinden dat zo geheim is? In beslag genomen drugs of stapels vals geld? Geheime documenten? 

Het deed me denken aan het sprookje van Blauwbaard, over die man die op reis gaat, en de sleutels van zijn burcht aan zijn nieuwe geliefde geeft: Overal mag ze kijken, behalve dat ene kamertje….. – Enfin, het vervolg is bekend. Letterlijk lijken in de kast in dit geval. 

Maar het zette me ook aan het denken, over hoe wij omgaan met zaken die we in vertrouwen met anderen delen. ‘Niet verder vertellen hè?’ – Nee, echt niet hoor…! – 

Over hoe het voelt als iemand dat vertrouwen beschadigt. Maar ook over hoe ingewikkeld het is als iemand je iets vertelt wat je liever niet gehoord zou willen hebben, b.v over een goede vriend of collega of familielid. Als iemand een verhaal begint met ‘Zeg niet dat je het van mij hebt, maar wist jij dat…’ , dan zadel je de ander wel ongevraagd met een lastige taak op. Soms is het beter om dat ook aan te geven. 

In mijn werk als geestelijk verzorger bij de politie is de vertrouwelijkheid van de gesprekken die ik voer, erg belangrijk. Daarom is die ook goed ‘dichtgetimmerd’ met o.a. het juridische aspect van het verschoningsrecht – dat je ook niet door een rechtbank gedwongen kan worden te melden wat iemand je in vertrouwen heeft verteld. De uitzonderingen hierop zijn eigenlijk alleen als direct (levens)gevaar zou dreigen als de vertrouwelijkheid in stand wordt gehouden. Denk b.v. aan iemand die daadwerkelijk anderen of zichzelf geweld wil aandoen. 

Het is van grote waarde dat er plekken zijn, waar je dingen kunt delen die je verder met niemand wilt delen, niet met collega’s ( leidinggevenden of ondergeschikten), niet met familie en je beste vrienden, misschien zelfs niet met je partner of geliefde. 

En dan is het belangrijk om zeker te weten dat jouw verhaal echt veilig is. ‘Niet doorvertellen hè? – Nee, daar kun je op vertrouwen’. 

– Toen ik later op de middag over dezelfde gang terugliep van mijn bijeenkomst, zag ik een schoonmaker met zijn karretje de kamer binnengaan. Nu móest ik het weten: ‘Wat is er zo geheim aan deze kamer? ‘ vroeg ik – ‘O, dat weet ik niet , er staan wat dozen, maar je kunt hier zo rustig bellen, en ik heb voor mijn werk toch een loper dus….’

Gerelateerd