15 juli 2016

Bespiegeling

Geschreven door Liesbeth Orthel

De zon schijnt mij stralend tegemoet als ik voorzichtig één oog open doe.
De wekkerradio zegt: meer dan 84 doden in Nice. Een witte vrachtwagen
bezorgt dood en paniek. De radio heeft een knoop in zijn maag, maar
zingt vrolijk door: een Frans lied van Patrick Bruel: Casser la voix.

Op de fiets naar het werk langs de singel geniet ik van de zon en van
een tijdloos beeld: water, bomen en een brug, stille spiegeling in water,
absolute rust en zo mooi. In een andere stad onder de dezelfde zon
heerst verdriet en verslagenheid. Condoleances en blijken van medeleven

buitelen over elkaar heen. De noodtoestand wordt uitgeroepen. Analyses
volgen: terroristische aanslag door één persoon moeilijk te voorkomen.
We staan allemaal een minuut stil, soms zelfs twee en gaan over tot de
orde van de dag. Op de fiets, het werk naar de achtergrond en toch

aanwezig, denk ik aan al die mensen dichtbij en ver weg die niet weten
wat ze met hun leven aan moeten. In zoveel steden in zoveel landen dendert
geweld dagelijks langs, vechtend voor een goede zaak of het eigen leven.
En ik denk: ikbenveilig.nl hoe kwetsbaar is ons leven. Hoe wonderlijk

dat je elke dag mensen in hun diepste nood ziet langskomen en dat jouw leven
doorgaat alsof er niets aan de hand is. Door het open raam op kantoor klinkt
een Frans liedje. En je weet en beseft dit kan mij ook overkomen maar ik ga
door met mijn eigen leven. Ik wil gewoon gelukkig zijn net als ieder ander.

Ik wil mensen om mij heen vertrouwen. Ik wil achterdocht geen kans geven,
ook niet in de stad snel mijn tas controleren als een ander langs loopt. Want
daar begint het in het klein. Ik geloof in jou en dat wil ik blijven doen. Ik hoop
het nog steeds te kunnen als ik zelf geraakt word in mijn eigen leven. Als ik dan

vragen heb die ik niet kan beantwoorden. Waarom, waarom altijd dat waarom
bij onrecht, lijden en geweld. Ik hoop en vertrouw erop dat mijn vertwijfeling
dan gezien wordt. Dat er deuren open gaan, dat mij nieuwe perspectieven worden
aangereikt zodat ik niet verdrink in eindeloos verdriet, maar door kan in mijn leven;

gebutst misschien, maar door kan gaan. Ik hoop dat ik dan nog steeds geloof
in alle mensen om mij heen, dat ik niet verstrikt raak in de netten van haat en
wraak, maar oog heb voor al het goede dat mij ook is toegevallen. De bomen en
de brug staren mij dan stil aan in het water, maar zie ik dan nog dat het mooi is?

Ik hoop het zo.

Gerelateerd