20 december 1015

20

Geschreven door Maarten van der Bijl

Dit bericht maakt deel uit van de adventskalender. Elke dag vind je hier bijdragen van gemeenteleden en een bijbelfragment.



20dec
Kersticoon

Bron: beeldmeditaties.nl
Kerstvoorstellingen zoals we ze vinden op iconen uit de Grieks- of Russisch orthoxe kerken, stammen minstens uit de 6e eeuw. Op de icoon afgebeeld
een driehoekige rotsformatie (“Jesaja 33:16: ‘Hij zal wonen in een hoge spelonk van een sterke rots’?”)

  • de os en de ezel (ook zij zijn er uit Jesaja bijgehaald, “Een rund kent zijn baas, en een ezel de krib van zijn meester” (Jesaja 01,03). Het rund is een rein dier en de ezel onrein.
    Jezus (“Lukas 02: ‘En zij bracht haar eerstgeboren zoon ter wereld en wikkelde Hem in doeken.’)
  • Maria neemt op dit soort voorstellingen altijd de grootste plaats in. We treffen haar languit liggend of halfzittend op rustbed of bakermat aan, heel vaak enigszins afgewend van het Kind! Misschien wel al deze dingen overwegend in haar hart, zoals Lukas van haar zegt. Daar zou dan ook de verstilde gelaatsuitdrukking op kunnen duiden, waarmee zij steevast op alle kerstvoorstellingen door de eeuwen heen wordt afgebeeld.
  • Jozef is afgebeeld als oude man. Dat gegeven is al bijna even oud als Jozef zelf. Het keert in zo goed als alle apocriefe evangelies uit de eerste eeuwen terug. Alles heel duidelijk vanuit de bedoeling om daarmee des te aannemelijker te maken, dat Maria maagd was, toen Jezus werd geboren.
  • Bakers. Matteus en Lukas vertellen niets over vroedvrouwen, en toch komen ze herhaaldelijk op kerstvoorstellingen voor. Het ‘Proto-Evangelie’ van Jacobus vertelt erover. Hoe Jozef met het oog op de geboorte van Jezus in de grot op een vroedvrouw uitgaat. Deze wordt nieuwsgierig als hij haar uiteenzet dat Maria niet van hem, maar van de Heilige Geest in verwachting is. Zo treedt deze vrouw voor de lezer als getuige op van Maria’s maagdelijkheid.
  • Herders. Zij staan duidelijk wel in het evangelie, althans in dat van Lukas (02,08-20). Zij houden de wacht bij hun schapen in het open veld en worden door een engel op de hoogte gebracht van de Blijde Boodschap.
  • Als de drie koningen in aanbidding worden afgebeeld, wordt in elk van hen een stadium van aanbidding tot uitdrukking gebracht. De verst van het kind verwijderde koning – meestal de jongste – staat nog steeds rechtop, de middelste maakt aanstalten te gaan knielen, en degene die zich het dichtst bij het Kind bevindt – meestal dus de oudste! – knielt of ligt geheel in aanbidding. Zo ontstaat er een beweging van hoog naar laag, van groot zijn en steeds kleiner worden en almaar meer de maat van het Kind aannemen.
  • De engelen aan de hemel worden bij Lukas (02,08-20) met name genoemd. Op onze afbeelding bewegen ze zich beschermend en leidend boven de herders en de wijzen. Vaak ook helpen ze de wijzen een handje.
  • De ster is weer afkomstig uit Matteus? kerstverhaal. Een toespeling op het Oudtestamentische boek Numeri waar de profeet Bileam vanaf een hoge berg in de toekomst schouwt: “Ik zie hem, maar niet nu. Ik schouw hem, maar niet van nabij. Een ster gaat op uit Jakob, een scepter rijst op uit Israël…” De ster van David.

Uit de bijbel

volgens het lectionarium van de Katholieke Bijbelstichting

Lucas 1:26-38

Toen Elisabet zes maanden zwanger was
werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en sprak:
“Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger wordenen een zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
“Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
“De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet dat zelfs Elisabet, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
“Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”

En de engel ging van haar heen.

Gerelateerd