Weet je al wat je nu gaat doen?
Geschreven door Kim Henkels de Lange“En weet je al wat je nu gaat doen?” Deze vraag is me de afgelopen weken vaak gesteld. Voor mijn antwoord gebruikte ik vaak net wat andere woorden, maar het kwam (en komt) er elke keer op neer: “Nee, ik weet het nog niet”.
In augustus rondde ik na drie jaar studeren mijn studie Zorgethiek en Beleid af aan de Universiteit voor Humanistiek. Afgelopen week, toen weer iemand aan me vroeg of ik al wist wat ik nu wilde gaan doen, moest ik ineens aan onze hond van vroeger denken. Hoe hij soms, na een lange wandeling, in zijn mand ging liggen, eventjes lag, opstond, een rondje draaide, weer ging liggen. Dan toch weer opstond, een rondje draaide en weer ging liggen. Om vervolgens opnieuw op te staan, even aan het kleed te krabbelen dat in de mand lag en nog een keer een rondje te draaien. Hij was op die momenten duidelijk bezig zijn draai te vinden.
Mijn draai vinden
De studie was een intense, mooie en drukke periode die nu achter me ligt. Ik verwachtte dat er nu een periode van rust zou aanbreken. Er zijn immers geen deadlines of tentamens meer en de stemmetjes die op vrije momenten zachtjes in mijn oor fluisterden: “Vergeet je niet dat je nog moet studeren?”, hebben hun koffers gepakt en zijn waarschijnlijk verhuisd naar de schouders van nieuwe studenten. Toch, zo ontdek ik nu, zorgt het afronden van de studie (nog) niet voor de zaligmakende rust waar ik tijdens mijn studie soms naar verlangde. Ik voel nog steeds onrust. Dit keer niet veroorzaakt door deadlines of tot-studie-aanmanende-stemmetjes, maar door een niet-weten. Door vragen als: wat kan ik nu doen? Wat wil ik nu doen? Waar vind ik mijn draai? Uiteraard hebben deze vragen nu mijn aandacht, maar het gevoel van onrust zelf vind ik ook interessant.
Heimwee en vertepijn
Filosoof Joke Hermsen schrijft in haar boek “Onder een andere hemel” over heimwee en vertepijn. Toegegeven, het boek staat nog ongelezen in de kast maar trok mijn aandacht omdat het volgens de beschrijving op de achterflap gaat over heimwee die we kunnen hebben naar het vertrouwde terwijl we tegelijkertijd verlangen naar het onbekende. Het klinkt herkenbaar en het doet me denken aan een overdenking van onze voorganger Claartje Kruijff. “We leven in liminale tijden”, zo opende zij haar overdenking, waarna ze toelicht: “Op de grens van wat geweest was, zonder dat we weten wat komen gaat. Het oude is niet meer en het nieuwe heeft zich nog niet aangediend.”
Kun je eigenlijk wel rust vinden als je je bevindt op een positie tussen heimwee en vertepijn? Tussen wat geweest is en wat nog moet komen? Een positie in het nu dus?
Rusteloosheid als pré
Ignaas Devisch, een Belgische filosoof, zou me waarschijnlijk hard uitlachen als ik hem had toevertrouwd dat ik verwachtte/hoopte na mijn studie meer rust te voelen. In zijn boek “Rusteloosheid” (dat wel uitgebreid bestudeerd in mijn boekenkast staat), beschrijft hij de mens als een rusteloos wezen en dat we de bron van die rusteloosheid meestal buiten onszelf zoeken. In tegenstelling tot andere filosofen, zoals bijvoorbeeld Joke Hermsen, Hartmut Rosa of Byung-Chul Han, omarmt Devisch echter die eigenschap van ons menszijn omdat rusteloosheid volgens hem een belangrijke drijfveer is voor een passioneel en creatief leven. Tja… Dat klinkt eigenlijk ook wel weer goed.
Saai leven?
Wil ik echter wel een passioneel en creatief leven als dit voortkomt uit rusteloosheid? Waarom geen saai en doorsnee leven ambiëren als dit gepaard gaat met rust en tevredenheid, vroeg ik mezelf af toen ik deze week luisterde naar de tweede aflevering van de podcast “Loket voor het leven”. Hierin vertelt de 55-jarige Eddy dat hij al zijn hele leven in Boxtel woont, getrouwd is met zijn eerste liefde, geen ambitie heeft voor verre reizen, geen nieuwe gerechten hoeft te proeven en tweeëndertig jaar bij dezelfde werkgever werkte. Oh, en dat hij geen theedrinker is maar wel een verzameling van 13.000 theezakjes heeft. “Eigenlijk leef ik een heel saai leven”, zegt Eddy maar hij is “helemaal tevreden zoals het nu gaat”. Zelfs als hij miljonair zou zijn, zou hij “eigenlijk dit leven gewoon ambiëren”. Is zijn leven dan wel zo saai en doorsnee? Ik geloof niet dat ik veel mensen ken die zo tevreden over hun leven praten.
Ik merk het al. Volgens mij weet ik nu wat ik ga doen! Daarvoor ga ik weer even terug naar mijn hond van vroeger want volgens mij ben ik voorlopig, net als hem, ook nog wel even rondjes aan het draaien voordat ik, net zoals hij uiteindelijk altijd deed, neerplof en in complete tevredenheid en in volle rust mijn tijd door zal brengen.