Troostrijke, liefdevolle gedachte
Geschreven door Ruth HesselLaatst vroeg een bewoonster uit het huis waar ik als geestelijk verzorger werk: ‘Hoe doe je dat, niet oordelen?’. Het was begin januari. Het nieuwe jaar was begonnen. De bewoonster wilde zich voornemen niet meer te oordelen, maar dat was lastig. Ze vertelde dat een buurvrouw tijdens het eten regelmatig scheldwoorden gebruikt. Ze ergerde zich rot, vond dat ‘volstrekt niet beschaafd’. En zo kwamen we in gesprek.
Oordelen
We spraken open over onze oordelen, over de gevolgen hiervan in ons eigen leven en over maatschappelijke gevolgen van vooroordelen. Ook spraken we over het gevoel dat we hebben als we zelf oordelen. Een schuldgevoel, dacht ik te beluisteren. Na een uur of wat ging ik weg. We bedankten elkaar voor het gesprek. Het was het einde van de dag, op naar huis. Maar het gesprek bleef me bezighouden. Hoe langer ik nadacht, hoe meer empathie ik voelde voor de bewoonster. Deze vrouw, op leeftijd, na een ziekenhuisopname niet meer terug naar huis. En nu? Nu woont ze samen met verschillende soorten mensen in een woonzorgcentrum. Wat moet dit moeilijk voor haar zijn. Wat zou ze moeten wennen. Dan is het toch meer dan begrijpelijk dat ze soms een oordeel velt over bepaald gedrag van een medebewoonster? Dan hoeft ze zich toch niet schuldig te voelen? Zichzelf te veroordelen?
Verschillende kanten in onszelf
Enkele dagen later ging ik weer naar haar toe, ik wilde erop terugkomen. Ik wilde aandacht hebben voor haar gevoelens, voor haar verlies. Ik wilde haar gerust stellen! Dat ze niet streng voor zichzelf ‘moet’ zijn. Dat ze geen schuldgevoelens hoeft te hebben, zichzelf niet hoeft te veroordelen. Toen ik bij haar kwam en hierover begon zei ze: ‘Ja, dat weet ik allemaal wel. Die schuldgevoelens vallen mee, hoor. Ik mag wel wat fouten maken, want ik ben een rooms-katholiek meisje’. Toen moesten we allebei lachen. Vervolgens stelde ik hardop de vraag: ‘Waarom dacht ik dan te beluisteren dat u last had van schuldgevoelens? Dat u uzelf veroordeelde?’
We kwamen op verschillen in onze rooms-katholieke en protestantse achtergrond. Mevrouw vertelde over haar geloofsontwikkeling, over de manier waarop zij naar de verschillende kanten in zichzelf heeft leren kijken, haar goede en minder goede kanten. Ook benadrukte dat ze blij was dat ik oog en oor had voor die verschillende kanten en de grote variëteit aan gevoelens in haar.
Troostrijke, liefdevolle gedachte
Ik vertelde dat ik in het verleden regelmatig last had van schuldgevoelens. Dat ik nog altijd – elke keer opnieuw – ‘moet’ leren om niet alleen een accepterende en vriendelijke houding te hebben naar anderen, maar ook naar mezelf. Toen dacht ik aan de woorden van een remonstrants predikant uit de Geertekerk naar aanleiding van Mattheus 5:45, waar ik zoveel aan heb gehad. Hij zei: ‘Gods liefde wordt vergeleken met de zon die over het goede en het kwade schijnt. Het goede en kwade in onszelf. God kijkt met zo’n overkoepelende, compassievolle liefde naar ons. Zo mogen we ook leren om naar onszelf kijken, naar de mooie en minder mooie kanten in onszelf’.
‘Wat een liefdevolle, troostrijke gedachte is dit!’ zei de bewoonster. En daar was (ben) ik het helemaal mee eens. Opgetogen beëindigden we ons gesprek, groetten elkaar hartelijk en maakten een nieuwe afspraak. Ik kijk er nu al naar uit.