Meer of min
Geschreven door Marie Anne Dekker
Al een aantal dagen loop ik na te denken over een onderwerp voor m’n blog. De tijd begint te dringen. Dan roept m’n lief boven aan de trap: “Heb je al een onderwerp voor je blog?” en ik hoor mezelf antwoorden: “Ja, min of meer.” En met die woorden in m’n hoofd stap ik de deur uit voor een frisse neus en inspiratie.
Min of meer
Min of meer. Waar komt dat eigenlijk vandaan, min of meer? Mijn gevoel zegt dat het van minder of meer komt. En daar kauw ik tijdens m’n wandelingetje op. Later bij thuiskomst blijkt dit te kloppen, zoals Ton den Boon schrijft in de Taalrubriek in TROUW (30-10-2019). “Het bijwoord min is in de vorige eeuw verdrongen door minder”, schrijft hij. “Toen min nog wél als bijwoord (met de betekenis weinig of minder) in gebruik was, was de variant ‘meer of min’ courant naast ‘min of meer.” Maar ‘min of meer’ heeft ‘meer of min’ nu geheel verdrongen. Je ziet het nog wel terug in vergelijkbare uitdrukkingen in andere talen waarbij meer voorop staat: more or less, mehr oder weniger.
Terug naar min of meer – minder of meer. Een gekke zin: minder tijd met meer mensen óf meer tijd met minder mensen. ‘Doet u mij dat laatste maar’ denk ik er meteen achteraan.
Meer
En dat is mooi want ook in deze lockdown-periode kan dat goed. Meer tijd doorbrengen met minder mensen.
En zoals dat gaat met gedachten, ze huppelen vrolijk van het een naar het ander. De volgende staat al weer klaar: waar zou ik meer of minder tijd aan willen besteden? De antwoorden buitelen over elkaar heen. Minder kopen, minder schermpjestijd. Meer stilte, meer buiten. Meer lezen, meer luisteren, maar ook meer praten dient zich aan. Dat kan niet allebei zou je zeggen en zeker niet tegelijkertijd. Meer mediteren, meer opruimen, meer meer meer…. Hoe vaak denken we niet in wat je meer zou willen? Meer sporten, meer kilometers maken, meer vakanties, meer dóen. Minder vliegen, minder afval, minder ver, minder vlees… dat klinkt toch anders.
Positief – negatief
En terwijl ik lekker doorstap komen er steeds meer woordparen voorbij. Meer licht en minder donker – zoals nu het geval is -, meer blijheid minder boosheid, meer verbondenheid en minder eenzaamheid. Meer geven, meer verdraagzaamheid, meer uitzien, meer beloftes. Minder ruis, minder ruzie, minder ballast.
Desgewenst kun je dit wandel-gedachten-spelletje zelf nog even voortzetten. En je zult merken dat elke combinatie z’n eigen gevoelswaarde heeft, meer of min positief of negatief.
Ik hoop – en wens ieder toe – dat we met minder mensen over de vloer meer verbondenheid zullen ervaren in deze tijd!
