De ogen van Wtenbogaert
Geschreven door Marthe de VriesVrijdag mag ik in het Rijksmuseum een verhaal houden over een man die mij al vele jaren heeft beziggehouden en daardoor soms bijna voelt als een oude vriend: Johannes Wtenbogaert (1557-1644). Ter gelegenheid van het 400 jarig bestaan van de remonstranten wordt een kleine en kortlopende tentoonstelling geopend met Wtenbogaert als centrale figuur. Ik sta dan oog in oog met hem, zoals hij in 1633 door Rembrandt werd geschilderd.
Wtenbogaert bevond zich, in de roerige jaren van de ontstaansgeschiedenis van onze geloofsgemeenschap, in het oog van de orkaan: als leidsman en grote organisator van de remonstranten, als hofpredikant van Maurits en als goede vriend van Johan van Oldenbarnevelt. De verschillende kerk-politieke lijnen kwamen in zijn persoon samen. Hij heeft ongelooflijk veel geschreven, veel gedaan en veel betekend voor de remonstranten.
Ogen
Maar dat is niet de enige reden waarom ik zo door hem gefascineerd ben. Het is iets wat zichtbaar wordt in de ogen van dat prachtige portret van Rembrandt. Het zijn de ogen van een oude man die getekend is door alles wat hij heeft gezien en meegemaakt.
Dat is ook merkbaar in de grote correspondentie die van hem bewaard is gebleven. Wtenbogaert heeft vele brieven geschreven en ze zijn geweldig om te lezen: openhartig en emotioneel laat hij de lezer delen in zijn gemoedstoestand. Hij neemt geen blad voor de mond en moet ook regelmatig zijn eigen voortvarendheid betreuren, maar dat weerhoudt hem er niet van om direct te reageren. Hij is bij velen nauw betrokken, en daarin laat zich de pastor kennen. Door die brieven delen wij in dit bijzondere 17e eeuwse leven.
Augustijn
Een van de ontroerendste briefwisselingen is die met zijn neef Augustijn. Wtenbogaert, zelf kinderloos, is voor velen een peetvader: voor Hugo de Groot, die in zijn jonge jaren ook bij hem in huis woonde, en voor deze neef Augustijn. Als een vader leeft Wtenbogaert mee met zijn huwelijk, maar ook met het droeve verlies van zijn vrouw.
De kerkpolitieke spanningen dringen echter ook deze verhouding binnen. Je proeft dat het contact moeizamer wordt. Half september 1619, een week voor de oprichting van de Remonstrantse Broederschap, schrijft Wtenbogaert Augustijn vanuit Antwerpen (waar hij naartoe gevlucht was) een brief. Daarin probeert hij aan zijn neef, een koopman, het kerkelijke conflict uit te leggen.
Het blijkt het keerpunt te zijn: Augustijn neemt steeds meer afstand van zijn omstreden oom en in de bewaard gebleven brieven probeert Wtenbogaert alles om het contact te bewaren. Tevergeefs. Wanneer Wtenbogaert via anderen heeft moeten vernemen dat Augustijn wederom in het huwelijk is getreden, schrijft hij hem een diep bedroefde afscheidsbrief: ‘Hiermede, mon cousyn, seg ick adieu’. Dat verdriet heeft Rembrandt in de ogen van Wtenbogaert geschilderd.
De tentoonstelling is van 31 augustus tot en met 29 september te zien in het Rijksmuseum, zaal 2.7, het Prentenkabinet.
Op zaterdag 28 september is er een symposium in het Rijksmuseum over ‘Tolerantie in turbulente tijden’, met oa. minister Sigrid Kaag en historicus Henk Nellen. Dan zal ook het gelijknamige boek worden gepresenteerd, waarin Wtenbogaert een belangrijke rol speelt. Aanmelden via info@remonstranten.org
Op zondag 29 september is er in de Geertekerk een feestelijke dienst ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van de remonstranten.