30 januari 2017

Hoe dominee Oldeman in 1942 werd aangepakt door de SS

Geschreven door Redactie

Ds G.J.W. Oldeman was tot april 1943 remonstrants predikant in Delft. In 1942 zat hij de Algemene Vergadering van de Remonstrantse Broederschap in Leiden voor. Net als de bekende, door de Duitse bezetter gegijzelde professor Van Holk, was ook Oldeman niet bang. Zijn openingsrede werd opgenomen in een voorloper van AdRem: ‘Levensrichting’. De toespraak zinde de SS duidelijk niet en men reageerde er fel op in het propagandablad ‘Storm’. In het artikel valt men met de deur in huis door zich af te vragen of de verschijningsvergunning van ‘dit orgaan niet haastiglijk moet worden ingetrokken’.

Oldeman zegt o.a. in zijn toespraak: ‘In reusachtig snel tempo hebben wij ons dit afgeloopen jaar van den vrede verwijderd. Het ‘Quousque tandem Catilina’ leeft in onze gedachten en in onze harten’. ‘Storm’ reageert als volgt:  Dit is wel zo’n onbeschofte venijnigheid, dat wij ons afvragen, hoe mocht zooiets gezegd worden, hoe kon het bovendien worden gedrukt? Het venijn zit als altijd bij deze geniepelingen in de staart. Had hij gevraagd “Quousque tandem? “ dat doodgewoon “Hoe lang nog?” betekent, dan was het als een humanistisch aanstellerijtje te beschouwen geweest, wat een “echte Nederlander” zeker niet misstaat. Maar dat ‘Catilina’ erachter, daar zit het juist in. Men moet namelijk weten dat dit het begin is van een in de Romeinsche Senaat gehouden redevoering tegen een soort staatmisdadiger no.1. Men beseft de bedoeling. Men ziet en hoort het gegrinnik der op dergelijke hetztaal  beluste geloovigen. De vreugde van preektijger Oldeman is natuurlijk “getemperd” want het geschenk van den “Zwijger”, de academie te Leiden, staat op dood spoor. Geen woord over het feit dat professoren en studenten door hun schandalige gedrag dit “ausrangieren” geheel aan zichzelf te danken hebben. Het komt niet in hem op, omdat hij er volkomen mee accoord gaat. Natuurlijk ontbreken de noodige waarschuwingen tegen het nationaal socialisme niet. Ook deze kopstukken van het politieke Christendom zijn als de dood hun greep op de door hun opgehitste jeugd te verliezen’.

Geestelijke machtswellustelingen

Dominee Oldeman zegt verder: ‘Het catechisatiebezoek door de telkens wisselende schooltijden en de duisternis, die bezorgde ouders ertoe bracht om hun kinderen des avonds thuis te houden, heeft in sommige gemeenten veel te lijden gehad en toch kunnen wij niet ernstig genoeg erop wijzen, hoe noodzakelijk het is dat de kinderen in deze gevaarvolle tijden waar allerlei stromingen hen kunnen grijpen, geregeld onder den invloed blijven van hun predikanten’. Het commentaar van ‘Storm’: ‘Duidelijker kan de doodsangst van deze geestelijke machtswellustelingen wel moeilijk gedemonstreerd worden’.

Annelies Oldeman, kleindochter, bezorgde ons de volledige tekst van bovenstaand artikel uit ‘Storm’. Bovenstaand fragment maakt al duidelijk hoe intimiderend de SS te werk ging. Dominee Oldeman stuurde het artikel voorjaar 1946 aan zijn in Indië verblijvende zoon en schreef: ‘Wel moest ik na de tijd moeder voorlezen wat ik Zondags wilde zeggen en als het al te onvoorzichtig was, moest ik het schrappen’. Zelfs bij begrafenissen hielden de Duitsers hem in de gaten.

Over Redactie

Redactie

De redactie van Remonstranten.nl bestaat uit Annemarie Gerretsen, Liesbeth Orthel en Michel Peters. Zij opereren vanuit het Landelijk Bureau in Utrecht en komen wekelijks bij elkaar om voor jou de meest actuele, inspirerende, verdiepende en/of remonstrantse blogs te publiceren. Voor tips kun je het contactformulier gebruiken.

Gerelateerd