Ik probeer er niet aan te denken
Geschreven door Marijke KoolsUtrecht. Een ochtend in een schoolvakantie. Rust op straat, geen kinderen die naar school worden gebracht. Het heeft dagenlang veel geregend. Rivieren zijn buiten hun oevers getreden. De waterschappen en Rijkswaterstaat doen er alles aan om ernstige wateroverlast te voorkomen. Vanochtend is het droog en staat er een flinke wind. De vaak smoezelige binnenstadstraten zijn schoongespoeld en droog gewaaid. Ik verlaat ons huis om naar mijn werk te lopen.
Ik probeer daar niet aan te denken
Op de hoek van de gracht sla ik rechtsaf en loop ineens zij aan zij met een vrouw van ongeveer mijn leeftijd, die haar hondje uitlaat. Ik begin een gesprekje over hoe fijn dit moment is. Ze beaamt het en begint over de eindeloze regen van de afgelopen tijd. We naderen een andere hoek van de gracht, waar onze wegen mogelijk weer scheiden. Ik zeg dat ik met die regen steeds zo moet denken aan alle mensen, die geen behoorlijk dak boven hun hoofd hebben in vluchtelingenkampen. Haar gezicht betrekt en ze zegt: ‘Ik probeer daar niet aan te denken’, en ze slaat af.
Als ik doorloop, blijft dit antwoord in me rondzingen. Het is een antwoord wat ik wel vaker hoor. Vooral in het kader van onze rol in de klimaatveranderingen, de stijging van de zeespiegel door ons consumptiepatroon.
Oog hebben voor een wondertje
Het roept een beeld in me op. Ik zie iemand die vol ergernis en soms angst zijn energie stopt in het wegslaan van een wesp. Het diertje wil op zijn bord landen en een stuk je voedsel bemachtigen om naar zijn nest te brengen; normaal, natuurlijk gedrag. Als diegene de nieuwsgierigheid van een kind in zichzelf kon oproepen en even zijn behoeftebevrediging opzij kon zetten, stond hem iets wonderlijks te wachten. Zien hoe een wesp doelgericht het voedsel kiest wat nodig is, hoe hij een stukje losknipt en het als relatief
zware bagage meeneemt in zijn pootjes, dat is prachtig. Als je zoiets met aandacht volgt kan er iets lichts in je ontstaan, een gevoel van verbondenheid en de wens om te delen. Dat is zo veel fijner dan de ergernis die bij het wegslaan hoort. Je moet alleen een pas op de plaats maken en openstaan voor wat zich aandient. En tja, misschien wordt je eten dan koud. Nou ja, hoe erg is dat? Tussen de wesp zijn transporten door kun je heus zelf ook een hapje nemen.
Verbinden met de realiteit
Wat wens ik ons allen zo’n soort houding toe als het gaat om onze reactie op berichten over milieu en klimaat. Pas op de plaats maken en voelen waarop we worden aangesproken in plaats van ‘er maar niet aan proberen te denken’. Met de nieuwsgierigheid en onbevangenheid van een kind wegblijven van de inspanning van het plaatsen van schotjes in je hoofd, van het jezelf wijsmaken dat dit jou niet aangaat. Je verbinden met de realiteit levert in het algemeen een leven op met minder angst en meer onverwachte bronnen van levensvreugde.
De vrouw met haar hondje kwam ik later weer tegen. Het regende weer. Ik herkende haar aan het hondje. Er ontstond een mooi gesprek. Zij had die bewuste dag nog lang over onze korte ontmoeting nagedacht.
Enfin, we gaan een keer afspreken.