10 juni 2021

Flashback bevrijdingsdag 2020

Geschreven door Aly Meijer
Actueel Terry Sharp via Pixabay Flashback bevrijdingsdag 2020

Nu met de Sywert van Lienden- mondkapjesaffaire, mondkapjes waarvoor een euro per stuk te veel is betaald, komen bij mij allemaal herinneringen boven aan gebeurtenissen op en rond bevrijdingsdag vorig jaar. De dag vóórdat we in ons verpleeghuis verplicht werden om mondkapjes te dragen, gewoonweg omdat die bescherming eerder niet in voldoende mate aanwezig was om ons en met name de bewoners te beschermen tegen de overdracht van het virus. Hieronder mijn herinneringen aan 5 mei 2020.

Bevrijdingsdag anders

Dhr V. gesproken op bevrijdingsdag. 75 Jaar bevrijding. Wat een vrolijke, gedenkwaardige dag moest worden, voelde niet als bevrijdingsdag, maar eerder als gevangenisdag. ‘Dankjewel, eindelijk weer eens een normaal gesprek’, zegt meneer V. Ja, dat is mijn werk: normale gesprekken voeren met mensen in abnormale omstandigheden. Dhr. V. woont in een verpleeghuis. Hij blijkt een paar dagen later te zijn overleden. Niet in het bijzijn van zijn familie. Zijn gezondheid verslechterde daarvoor te snel. Waarschijnlijk ben ik een van de laatsten die een normaal gesprek met hem voerde over zijn leven, over wie hij was: vader, echtgenoot, ondernemer, automonteur en draaiorgelreparateur. ‘Ik maak me vooral zorgen over de ondernemers’, zei hij. Zorgmedewerkers zijn deze dagen te druk voor normale gesprekken, zoals altijd, maar nu nog meer dan anders, in verband met het bewaken van de anderhalve meter en het toezien op de handenhygiëne. De verdieping waar dhr. V. woonde, moet dicht, want hij werd na zijn plotselinge overlijden verdacht van Corona. Op de verdieping mag nu niemand meer komen, wiens aanwezigheid niet medisch noodzakelijk is, totdat de verdenking twee dagen later weer van de baan is. Is de test wel positief, dan moeten de mensen die op dezelfde verdieping wonen minimaal twee weken in quarantaine. (Het woord afdeling vind ik zo vervelend, dus zeg ik verdieping).

Quarantaineleed

De volgende dag worden we gesommeerd om mondkapjes te dragen, als we ons onder bewoners begeven. Daar gaat je normale gesprek. Mensen zien nu geen geestelijk verzorger meer, maar een halve medicus met een chirurgisch mondkapje. Mensen zien niet meer wanneer je een grapje maakt of iets serieus bedoelt. Onze glimlach is verdwenen. De familie kan al acht weken niet langskomen, dat betekent ook geen echtgenoten en echtgenotes. Wat zijn we aan het doen? Woont er een echtpaar wel in hetzelfde verpleeghuis, maar niet op dezelfde verdieping, dan mogen ze elkaar slechts 2 keer per week zien, op anderhalve meter afstand van elkaar, met mondkapje op en elkaar vooral niet aanraken. ‘Ik zou hem zo graag willen vastpakken, nog even zijn hand vasthouden. Hij praat bijna niet meer’ vertelt mw. M. in tranen. ‘Ik zie hem achteruit gaan. Straks ben ik hem kwijt, zonder dat ik hem nog heb aangeraakt. Ik wil hem zo graag laten voelen dat ik van hem houd. We zijn al meer dan vijftig jaar getrouwd!’ ‘Ik zal een goed woordje voor u doen in het crisisteamoverleg’, zeg ik aangeslagen, maar strijdbaar. Een paar dagen later is haar echtgenoot overleden. Mevrouw heeft hem de dagen ervoor nog wel even mogen en kunnen vasthouden, godzijdank. Na de begrafenis gaat zij met ‘ontslag’, ook al is de thuiszorg nog niet helemaal geregeld. Anders moet zij na de begrafenis twee weken in quarantaine verblijven op haar slaapkamer, net zoals een andere mw. die haar man verloor. Alles om het besmettingsgevaar te beperken. Ondertussen gaan wij, medewerkers, gewoon naar de supermarkt. Wij hoeven niet in quarantaine.

De sfeer is best goed

Mensen slapen in dit verpleeghuis soms nog met z’n tweeën op een kamer. Dit zijn geen echtparen, maar willekeurige vreemden van elkaar. Bewoners zitten met z’n achten of twaalven in één woonkamer, zorgmedewerkers en ander personeel niet meegerekend. Twee woonkamers liggen vlak naast elkaar met een open gang of een open keuken ertussen. Door het relatief oude gebouw uit de jaren zeventig staan we dus al met 1-0 achter. Door het volstouwen ervan met 2-0. Een gelopen race en geen thuiswedstrijd. Niemand zit hier voor zijn of haar lol en bijna niemand voelt zich hier echt thuis. In het begin waren er niet genoeg mondkapjes. Er was niet genoeg testcapaciteit. Nieuwe bewoners werden niet getest, maar werden twee weken in quarantaine gezet op hun slaapkamer. Voor dementerenden een onhoudbare regel. We hebben weken in angst gezeten om de kwetsbaarsten niet te besmetten. Nu is het dan toch zover gekomen, na 6 weken een virusvrij huis te zijn geweest. Het virus grijpt snel om zich heen. Zorgmedewerkers en artsen lopen op hun tenen. Maatschappelijk werkers en psychologen ook. Familieleden zijn in alle staten en maken zich terecht zorgen. Er overlijden meerdere bewoners vlak na elkaar. Medewerkers worden bijna allemaal ziek. Fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, vrijwilligerscoördinatoren, teamcoaches, iedereen helpt mee in de directe zorg en wordt ook ziek, de meesten gelukkig ook snel weer beter. Militaire verpleegkundigen worden ingevlogen. Familie wordt gebeld om langs te komen om afscheid te nemen. De patiënt is dan vaak al buiten bewustzijn. Familie boos: ‘Waarom zijn we niet eerder gebeld?’ De muziektherapeut, activiteitenbegeleider en geestelijk verzorger bieden verlichting op de woonkamers. De sfeer onder de bewoners is ondanks alles vrij goed. Wat blijkt? Meer dan tweederde van de besmette bewoners overleeft het virus zonder ziekenhuisopname. De vrouwen blijven met name overeind. ‘Het sterke geslacht’ en ‘onkruid vergaat niet’, hoor ik menig bewoonster al gekscherend zeggen.

Hoe blijf je mens?

Hoe blijf je mens? is de vraag die mij steeds bezighoudt. Door humor door te laten schemeren, door te huilen wanneer dat moet, door elkaar verhalen te vertellen en door op te staan tegen de heersende medische ethiek over alles wat wel en niet medisch noodzakelijk is. Er zijn ook nog andere waarden die van levensbelang zijn en dus noodzakelijk. Zodra het weer mocht hebben we dus zo snel mogelijk de deuren van het huis weer geopend en bezoekers binnen gelaten, na een gezondheidscheck door vrijwillige bezoekerscoördinatoren, die een jaar lang alle namen en telefoonnummers van alle bezoekers bijhielden. Nu precies een jaar geleden werd de gevangenis weer een huis. Het lijkt een eeuwigheid geleden. Hoe blijf jij mens? Hoe ben jij mens gebleven, mocht je in de zorg werken en je herkennen in dit verhaal?

Reacties welkom: alyjjmeijer@gmail.com

 

Gerelateerd