De steen wegrollen
Geschreven door Marthe de VriesWie zal voor ons de steen wegrollen? Dat vragen de vrouwen zich af die in alle vroegte het graf van Jezus bezoeken. Als zij aankomen blijkt de steen al weggerold en is het graf leeg. De evangelisten gebruiken dit als beeld van de opstanding: Jezus niet bij de doden te vinden is, maar bij de levenden. Die weggerolde steen is een beeld van verlossing, van bevrijding, van de dood en alles wat ons neerdrukt.
Verstarring
Als je dingen hebt meegemaakt die te groot zijn om te dragen, dan kun je dat diep in jezelf wegstoppen en met een grote steen afsluiten, zoals het graf van Jezus. Uiterlijk pak je de draad weer op, hou je je vast aan de gewone dingen: het dagelijkse ritme, werk dat als uitlaatklep kan dienen.
Maar het is niet weg. Het blijft. Wanneer je daar niets mee doet, versteen je uiteindelijk ook zelf vanbinnen, zoals Vasalis dat zo prachtig in haar gedicht ‘Steen’ verwoordt: “verdriet kit al mijn krachten samen, zodat ik roerloos wordt als steen.” Het is de verstarring die verlies en verdriet kunnen veroorzaken. Niemand kan er meer bijkomen, vaak jijzelf ook niet. Je bent niet meer bij machte om zelf de steen te verwijderen, opgesloten in je eigen verdriet, boosheid. Je smacht naar iemand die hem kan breken: “O sla de rots, opdat ik ween”, dicht Vasalis. Of zoals de vrouwen in Marcus bij het graf zeggen: “Wie zal de steen voor ons weghalen?” Wie bevrijdt ons van dit drukkende verdriet?
Opstanding
Maar soms kan die steen ineens in beweging komen, wanneer bijvoorbeeld je lijf de grens aangeeft; je wordt ziek, krijgt een burn-out of komt in een depressie. Dan breekt met geweld al datgene wat zich heeft opgehoopt naar buiten. Het is een pijnlijk proces, maar kan, als je durft en als er iemand is die daarin met je meeloopt, heel heilzaam zijn. Dan kan het een soort wedergeboorte zijn, een opstanding uit alles wat je tot dan heeft vastgehouden.
Het kan ook door iemand gebeuren: iemand die de deur naar dat verdriet weet te openen, jouw steen wegrolt, waardoor de tranen uiteindelijk naar buiten komen en bevrijdend kunnen werken.
Puttense mannen
Ik moet hierbij denken aan een bijzonder verhaal dat ik enkele jaren geleden hoorde toen ik met mijn remonstrantse collega’s op reis was in Noord Duitsland. Wij bezochten Ladelund, waar in de oorlog een buitenkamp was van concentratiekamp Neuengamme. In mensonterende omstandigheden werkten hier meer dan 2000 gevangen, van wie velen de dood vonden. Onder hen ook mannen die een maand eerder uit Putten waren gedeporteerd als wraakoefening van de Duitse bezetter. 110 Puttense mannen zijn daar bezweken aan kou, honger en uitputting.
De plaatselijke pastoor, Meyer, een overtuigd nationaal socialist, moest de doden van het kamp begraven. Hij was zo ontzet dat hij tot inkeer kwam. Het minste wat hij kon doen was te zorgen dat zij een christelijke graf kregen met hun naam en hun herkomst. Na de oorlog heeft hij direct contact met de families in Putten gezocht.
Zijn opvolger Richter heeft het werk voortgezet. Hij is persoonlijk naar Putten gegaan en is huis aan huis de getroffen families langsgegaan. Hij hoorde hun verdriet, hun woede, onmacht en pijn aan. Hij nam verantwoordelijkheid voor wat er gebeurd was. Vanuit dat contact ontstond er tussen beide dorpen een heel bijzondere band, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Ieder jaar gaan er delegaties over en weer, waarbij ze bij elkaar logeren.
Paasverhaal
Het is een onvoorstelbaar paasverhaal: hoe uit een dergelijke verschrikkelijke gebeurtenis zoiets sterks en prachtigs is ontstaan. Ik realiseer mij hoe beide dorpen elkaar geholpen hebben om niet de steen van de geschiedenis en van de verschrikkingen te sluiten, maar hem juist te openen.
Door de toenadering van de beide pastoors konden de Puttense nabestaanden hun verdriet en woede uiten en verwerken, door de opgebouwde vriendschapsband konden de mensen van Ladelund zich ook verhouden tot de verschrikkingen die in hun midden hadden plaatsgevonden. Het is een van de moeilijkste dingen om juist die gebeurtenissen waarbij jijzelf een negatieve rol hebt gespeeld een plaats te geven, om om te gaan met schuld, met wroeging. Ladelund en Putten hebben bij elkaar de steen weggenomen. Zij hebben elkaar naar het land van de levenden gebracht.