24 juni 2020

Allemaal beestjes

Geschreven door Ineke Ludikhuize

De mussen vallen van het dak en ik heb de verkeerde fietsroute uitgezocht. Geen schaduw te bekennen. Het voordeel is dat er dus ook geen eikenprocessierupsen zijn. Sinds ik vorig jaar gezien heb wat de brandharen van deze beestjes kunnen aanrichten op mensenhuid heb ik een heilig ontzag voor ze. Ik fietste toen door het bronsgroen eikenhout en zag wandelaars en fietsers met honderden bultjes op armen en benen. Ook nu gonst het weer van de berichten over deze plaag. Sommige gemeenten gaan de strijd aan met de beestjes, maar als eenmaal hun brandharen (700.000 per beestje) in de lucht terecht zijn gekomen, kunnen die nog jaren voor overlast zorgen. Wat helpt is een goed ecosysteem. In bossen vormen deze rupsen nergens een plaag. Juist langs (provinciale) wegen en paden met rijen eiken moet je oppassen.

Niet zeuren!

Plaagbeestjes zijn van alle tijden. Ik herinner mij zomers vol kwallen, vliegende mieren, lieveheersbeestjes, strandvliegen en nog zo wat. Mijn vader vond het onzin om je er druk over te maken. Een lik tandpasta op de kwallenbeet en door maar weer. Mond dicht dan heb je geen last van wat er allemaal rondvliegt. En hoezo gaan we niet fietsen, niet naar het strand of niet wandelen. Hup naar buiten en niet zeuren. Dat zeg ik nu ook maar tegen mezelf. Te warm? Te veel rupsen? Hup naar buiten en niet zeuren. Ik stop wel altijd tandpasta in m’n tas. Helpt ook prima bij insectenbeten, trouwens.

Gerelateerd