Heilig huisken
Geschreven door Wim EdelmanDeze winter heb ik verdeeld over negen wandeldagen het Brabants Vennenpad bewandeld. Het is een rondwandeling van alles bij elkaar 290 kilometer in de Meierij van ‘s Hertogenbosch. Op deze manier wandelen is mijn grote hobby. Het combineert fysieke inspanning met het in allerlei opzichten ontdekken van ons land. Mijn belangstelling geldt de ontwikkeling van het landschap door de eeuwen heen, gekoppeld aan de winning van bodemschatten (turf!), waterhuishouding, economie, staatsinrichting en, daar vaak aan verbonden, de kerkelijke historie. Ik wijk soms van een wandelroute af om een dorp in te gaan om daar met name het vroegere gemeentehuis en de dorpskerk te bekijken (en te fotograferen). Als de deur open staat ga ik meestal ook even een kerk binnen. Soms ga ik dan ook even zitten om mij in de stilte bewust proberen te worden van de devotie die aan de kerk verbonden is.
In Brabant hebben ook de kapellen, variërend tussen een klein kerkgebouw en een wegkruis, mijn aandacht. Vrijwel altijd zijn die goed onderhouden. Mijn gedachten gaan dan uit naar de mensen die daar voor zorgen en hoop ik maar dat zij die taak op enig moment kunnen overdragen aan anderen.
Heilig huisken
Op de vrijdag na aswoensdag startte ik een etappe in Luyksgestel, dat tot 1795 een enclave van het Prinsbisdom Luik in de Meierij was. Aan de zuidkant werd het ingesloten door het ook tot de Meierij behorende Lommel. Na diverse wisselingen in de Franse tijd werd Luyksgestel in 1819 bij de provincie Noord-Brabant en Lommel bij Limburg gevoegd. Lommel werd dus in 1830 Belgisch.
Doordat Luyksgestel een rooms-katholieke enclave was, is het rooms-katholieke kerkelijk leven, anders dan in de Meierij het geval was, niet door het Staatse gezag in de 17e en 18e eeuw onderdrukt en was de dorpskerk niet door gereformeerden in gebruik genomen. Dat maakte het ook mogelijk dat aan de rand van het dorp in 1729 ter vervanging van een eerdere kapel een nieuwe kapel werd gebouwd, de Heilig Kruiskapel of Grote Kapel. De eerdere kapel, bekend als het Heilig Huisken, trok zeer veel pelgrims uit de Meierij en bleek daardoor te klein.
Een gedicht dat blijft hangen
Gelukkig stond de deur van de Grote Kapel open en binnen probeerde ik wat rust te vinden, wat, doordat mijn gedachten bij het wandelen waren, niet mogelijk bleek. Maar in het halletje viel mijn oog wel op onderstaand gedicht van Frans Hoppenbrouwers:
Het is nu tijd het starre hoofd te buigen
en in de geest van het onkreukbaar kind
dat nog de waarheid in het wonder vindt,
van het geloof in Christus te getuigen.
Het heilig brood, het hart van ons geweten,
wij dragen het in volle glorie rond,
als teken van het goddelijk verbond
dat met geen aardse maten is te meten.
Dit groot mysterie houden wij in ere,
de jaren door, want aan de eeuwigheid
raakt slechts de meesterlijke hand des Heren.
En in die hand ontluikt de nieuwe tijd,
ontdaan van aards en tijdelijk begeren,
opdat de liefde in ons hart gedijt.
Helemaal niet poëtisch aangelegd, ben ik hier nu toch voortdurend over aan het nadenken.